Medema Production A/S
Specifieke verkeerssituaties
Stoeprand op
•
Stop dwars op de stoeprand en houd 5-10 cm afstand aan. Houd uw
medeweggebruikers in de gaten.
•
Leun met uw lichaam naar voren.
•
Geef matig gas, zodat het voertuig het obstakel kan passeren. Stop niet
halverwege en breng de snelheid pas terug als het voertuig het obstakel
helemaal is gepasseerd.
•
Als de stoeprand te hoog is, heeft het geen zin te blijven proberen, maar kunt u
beter een andere route nemen.
Stoeprand af
•
Leun met uw lichaam naar achteren.
•
Als u op een weg komt, houd uw medeweggebruikers in de gaten.
•
Rijd in een laag tempo recht van de stoeprand af. Let op dat eventuele
antikiepwielen niet op de kant blijven hangen.
Oprit/helling op
•
Als de stoel achteruit is geschoven en u op een helling (oprit) wegrijdt, bestaat
de kans dat u achterover kantelt. Schuif de stoel naar voren!
•
Controleer of een eventuele afrit stabiel is.
•
Leun met uw lichaam naar voren.
•
Geef matig gas, zodat het voertuig het obstakel kan passeren. Stop niet
halverwege. Breng de snelheid terug als het voertuig helemaal boven is. Geef
als u op een helling wegrijdt niet te veel gas, zodat u niet achterover kantelt.
Quick guide P9-0157-Q
17 van 20
Version 2.0.0/2013