Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Intelligent Flight Mode
FocusTrack
FocusTrack bevat Spotlight 2.0, Active Track 5.0 en Point of Interest 3.0.
Spotlight 2.0
Bedien de drone handmatig terwijl de camera op het onderwerp vergrendeld blijft. De modus
ondersteunt zowel statische als bewegende objecten, zoals voertuigen, boten en mensen. Beweeg de
joystick voor het rollen om het object te omcirkelen, beweeg de joystick voor het hellen om de afstand
tot het object te veranderen, beweeg de gashendel om de hoogte te veranderen en beweeg de joystick
voor de richting om het kader aan te passen.
In de Spotlight-modus zweeft de drone op zijn plaats wanneer er een obstakel wordt gedetecteerd en
de zichtsystemen normaal werken, ongeacht of het gedrag in DJI Fly op Bypass of Brake is ingesteld.
Let op: in de Sport-modus zijn de zichtsystemen uitgeschakeld.
Point of Interest 3.0 (POI 3.0)
De drone volgt het object in een cirkel op basis van de ingestelde straal en vliegsnelheid. De modus
ondersteunt zowel statische als bewegende objecten, zoals voertuigen, boten en mensen. De maximale
vliegsnelheid is 15 m/s en de vliegsnelheid kan op basis van de werkelijke radius dynamisch worden
aangepast. Beweeg de joystick om de snelheid te wijzigen, de pitch-joystick om de afstand tot het
onderwerp te wijzigen, de gashendel om de hoogte te wijzigen, en de pan-joystick om het kader aan te
passen.
Wanneer de zichtsystemen normaal werken omzeilt de drone in deze modus obstakels, ongeacht de
instellingen in DJI Fly.
ActiveTrack 5.0
ActiveTrack 5.0 is onderverdeeld in Trace en Parallel, waarmee zowel stilstaande als bewegende
onderwerpen zoals voertuigen, boten en mensen kunnen worden gevolgd. In de Sport-, Normaal- en
Cine-modus is de maximale vliegsnelheid 12 m/s bij het vooruit en achteruit vliegen en 15 m/s bij het
naar links en rechts vliegen. Beweeg de roll-joystick om het onderwerp te omcirkelen, de pitch-joystick
om de afstand tot het onderwerp te veranderen, de gashendel om de hoogte te veranderen, en de pan-
joystick om het kader aan te passen.
De drone omzeilt in ActiveTrack 5.0 obstakels, ongeacht de instellingen in DJI Fly.
Volgen: De drone volgt het onderwerp op een constante afstand en hoogte met een constante hoek
in de richting van het onderwerp. De drone kan onderwerpen in acht richtingen volgen, waaronder
voor, achter, links, rechts, voor diagonaal links, voor diagonaal rechts, achter diagonaal links en achter
diagonaal rechts. De richting is standaard op terug ingesteld en deze instelling is alleen beschikbaar
als het onderwerp in een stabiele richting beweegt. De volgrichting kan tijdens het volgen worden
aangepast.
Parallel: De drone volgt het object onder een constante hoek en afstand vanaf de zijkant.
In ActiveTrack houdt de drone bij het volgen van mensen een afstand van 4-20 m aan met een hoogte
van 2-20 m (de optimale afstand is 5-10 m en de hoogte is 2-10 m), en bij het volgen van voertuigen of
boten een afstand van 6-100 m met een hoogte van 6-100 m (de optimale afstand is 20-50 m en de
hoogte is 10-50 m). De drone vliegt naar het ondersteunde afstands- en hoogtebereik als de afstand en
hoogte buiten het bereik vallen wanneer ActiveTrack begint. Vlieg met de drone op de optimale afstand
en hoogte voor de beste prestaties.
FocusTrack gebruiken
1. Opstijgen.
©
23
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.