8. Om het risico op een elektrische schok te voorkomen, bevestig dat de goedgekeurde apparatuur en accessoires zijn
verbonden met de juiste poorten en dan geen incompatibele apparatuur werd verbonden.
9. De persoonlijke computer en alle gebruikte randapparatuur moet goedgekeurd zijn voor de relevante
veiligheidsstandaard voor niet-medische elektrische apparatuur in overeenstemming met IEC 60950 of zijn
nationale varianten.
10. Er is een mogelijk explosiegevaar. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels.
11. Test alle HScribe functies na elke kritische en veiligheidsupdate van Windows.
12. De met de Holterrecorders gebruikte ECG-elektroden kunnen huidirritatie veroorzaken; patiënten moeten worden
onderzocht op tekenen van irritatie of ontsteking. Elektrodematerialen en ingrediënten zijn aangeduid op de
verpakking of zijn beschikbaar op aanvraag van de leverancier.
13. Het apparaat of patiëntkabels mogen niet worden ondergedompeld, gereinigd in een autoclaaf of gereinigd met
stoom aangezien dit de apparatuur kan beschadigen of gebruiksduur kan verkorten. Veeg de buitenoppervlakken
met warm water en een mild reinigingsmiddel en droog dan af met een schone doek. Het gebruik van niet-
toegestane reinigings-/ontsmettingsmiddelen, het niet naleven van de aanbevolen procedures, of contact met niet-
toegestane materialen kan leiden tot een groter risico op letsel aan de gebruikers, patiënten en omstanders, of
schade aan het apparaat.
14. Het gebruik van beschadigde apparatuur of apparatuur waarvan men denkt dat die niet goed werkt, moet
onmiddellijk worden stopgezet en de apparatuur moet worden gecontroleerd/gerepareerd door bevoegd
onderhoudspersoneel voordat het verder kan worden gebruikt.
15. Om emissie te voorkomen van stoffen die het milieu kunnen beschadigen, gooi het apparaat, zijn onderdelen en
accessoires (zoals de batterijen, kabels, elektroden) en/of verpakking die vervallen zijn weg in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften.
16. Wanneer nodig, verwijder het apparaat, zijn onderdelen en accessoires (bv. batterijen, kabels, elektrodes), en/of
verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
17. Het is raadzaam om goed werkende back-up items zoals een reserve-patiëntkabel, monitor en andere apparatuur in
voorraad te hebben zodat een behandeling niet moet worden vertraagd omwille van een onbruikbaar apparaat.
18. Het apparaat en het IT-netwerk waar het apparaat deel van uitmaakt, moeten veilig worden geconfigureerd en
onderhouden volgens de IEC 80001-norm, of een gelijkwaardige netwerkbeveiligingsnorm of -praktijk.
19. Dit product voldoet aan de relevante normen voor elektromagnetische interferentie, mechanische veiligheid,
prestaties en biocompatibiliteit. Het product kan potentieel letsel of potentiële schade voor de patiënt of gebruiker
door de onderstaande oorzaken echter niet volledig wegnemen:
letsel of schade aan het hulpmiddel in verband met elektromagnetische risico's;
•
letsel door mechanische risico's;
•
letsel door onbeschikbaarheid van het hulpmiddel, functies of parameters;
•
•
letsel door verkeerd gebruik, zoals ontoereikende reiniging, en/of
•
letsel door blootstelling van het hulpmiddel aan biologische triggers die kunnen leiden tot een
ernstige systemische allergische reactie.
20. Evaluatie van ECG's bij jonge kinderen is beperkt tot QRS-detectie en hartslagrapportage, inclusief jonge kinderen
die minder wegen dan 10 kg (22 lbs) indien ondersteund door het holterrecorderapparaat, zie de specifieke
gebruikershandleiding van de holterrecorder.
LET OP
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER