3 Principe van de dichtheidsbepaling
Drie belangrijke natuurkundige grootheden zijn: het volume en het gewicht van de
lichamen als ook de dichtheid van stoffen. Het gewicht en het volume worden met
elkaar door de dichtheid gekoppeld.
Dichtheid [ ρ ] is de verhouding van het gewicht [ m ] tot het volume [ V ].
De dichtheid wordt in het SI uitgedrukt in kilogram per kubieke meter (kg/m
is gelijk aan de dichtheid van een homogeen lichaam dat bij het gewicht van 1 kg het
3
volume van 1 m
inneemt.
Andere vaak gebruikte eenheden zijn:
Door het gebruik van de set voor dichtheidsbepalingen in combinatie met de
weegschalen KERN ALS/ALJ/PLS/PLJ, KERN PLT en KERN ALT kan men snel en
zeker de dichtheid van vaste en vloeistoffen bepalen. De werkwijze van de set voor
dichtheidsbepaling gebruikt de "wet van Archimedes":
DE OPWAARTSE KRACHT IS EEN KRACHT. ZE TAST EEN LICHAAM AAN DAT IN VLOEISTOF IS
ONDERGEDOMPELD. DE OPWAARTSE KRACHT IS EVEN GROOT ALS HET GEWICHT VAN DE
vloeistof
VERPLAATSTE
Daardoor wordt de dichtheid volgens volgende formules berekend:
Bij dichtheidsbepaling van vaste stoffen
Met behulp van onze weegschalen kan men vaste stoffen zowel in de lucht [ A ] als
ook in het water [ B ] wegen. Indien de dichtheid van het verplaatste medium [ ρ
bekend is, wordt de dichtheid van vaste stof [ ρ ] als volgt berekend:
ρ = Monsterdichtheid
A = Monstergewicht in de lucht
B = Monstergewicht in meetvloeistof
ρ
= Dichtheid van meetvloeistof
o
ALS/PLS-A01-BA-nl-0815
m
ρ =
V
. DE OPWAARTSE KRACHT WERKT LOODRECHT NAAR BOVEN.
A
ρ =
A-B
g
kg
1
1
3
3
cm
,
m
,
ρ
o
3
). 1 kg/m
g
1
l
]
o
3
9