Bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen
De dichtheid van een vloeistof wordt bepaald met behulp van zinklood waarvan het
volume ([ V ] zie inpersing) bekend is. Het zinklood wordt zowel in de lucht [ A ] als
ook in de monstervloeistof [ B ] gewogen.
Conform de wet van Archimedes werkt op een ondergedompeld lichaam een
opwaartse kracht [ G ]. Deze kracht is even groot als de gewichtkracht (het gewicht)
van de verplaatste vloeistof.
Het volume [ V ] van het ondergedompelde lichaam is gelijk aan het volumen van de
verplaatste vloeistof.
G = Opwaartse kracht van zinklood
Opwaartse kracht van zinklood =
Het gewicht van zinklood in de lucht [ A ] - Het gewicht van zinklood in de
monstervloeistof[ B ].
Derhalve:
ρ = Dichtheid van monstervloeistof
A = Zinkloodgewicht in de lucht
B = Zinkloodgewicht in monstervloeistof
V = Volume van zinklood
ρ
= Luchtdichtheid (0.0012 g/cm
L
3.1
Invloedgrootheden en foutbronnen
Luchtdruk
Temperatuur
Afwijking van het volume van zinklood (± 0,005 cm
Oppervlaktespanning van vloeistof
Luchtbellen
Indompeldiepte van de monsterschaal of zinklood
Porositeit van vaste stof
10
G
ρ =
V
A-B
ρ
ρ =
+
L
V
3
)
3
)
ALS/PLS-A01-BA-nl-0815