TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling invoert, zodat de kamer-
temperatuur tijd heeft om zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u
de helling van de curve met één stap.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u
de helling van de curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u
de verschuiving van de curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u
de verschuiving van de curve met één stap.
externe instelling
Menu
1.9.2
afgiftesysteem
Instelbereik: -10 tot +10.
Of gewenste kamertemperatuur
indien er een ruimtesensor is geïn-
stalleerd. Zie afbeelding.
Standaardwaarde: 0
Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een kamerthermostaat
of een timer, kan de kamertemperatuur tijdelijk of periodiek worden ver-
hoogd of verlaagd. Als het contact is aangesloten, wordt de verschuiving
van de verwarmingscurve gewijzigd met het aantal stappen dat in het
menu is geselecteerd. Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geacti-
veerd, is de gewenste kamertemperatuur (°C) ingesteld.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling afzonderlijk worden
verricht voor ieder systeem.
36
Hoofdstuk 3 |
F1155 – tot uw dienst
externe instelling1.9.2
klimaatsysteem 1
klimaatsysteem 2
klimaatsysteem 3
klimaatsysteem 4
°C
°C
NIBE F1155