Sleutelschakelaar
1.
Sluit alle ramen en deuren. Het "gereed" lampje op de sleutelschakelaar moet nu branden. Indien
het "gereed" lampje niet brand, zal dit betekenen dat er nog een detector geopend is.
2.
Schakel de sleutel in de "Aan" stand. De uitlooptoon zal starten.
3.
Verlaat het pand via de voorgeschreven uitlooproute
Indien het systeem niet inschakelt
Indien het systeem niet inschakelt, zal dit meestal komen omdat er een detector geopend is. Loop naar
het codebediendeel en bekijk welke detector geopend is. Het codebediendeel zal tevens een onderbroken
toon laten horen.
1.
Toets uw gebruikerscode in. De onderbroken toon zal stoppen en het lampje "Day" zal branden.
2.
Ga naar de betreffende zone welke op het display verscheen en bekijk eventuele mogelijkheden
waarom de detector geopend was.
3.
Ga naar het codebediendeel en probeer opnieuw in te schakelen. Indien alle detectoren gesloten
zijn zal het systeem inschakelen.
4.
Herhaal stappen 1 t/m 3 indien meerdere detectoren geopend zijn.
5.
Indien u het systeem niet ingeschakeld krijgt, waarschuw dan uw installateur.
Uitschakelen van het systeem
Door middel van een sleutelschakelaar
Draai de sluitel naar de "Uit" positie. Het systeem zal uitschakelen.
Door middel van een codebediendeel
Het systeem beschikt over een geprogrammeerde inlooptijd vertraging. Vraag uw installateur of deze tijd
voldoende is om het systeem rustig te kunnen uitschakelen. De inlooptijd zal starten indien u de voordeur
van het pand opend. Tijdens de inlooptijd zal het codebdiendeel een "galloperende" toon laten horen.
1.
Open de deur van het pand, de inlooptij zal starten.
2.
Toets uw gebruikerscode in, de inlooptijd zal stoppen en het systeem zal uitschakelen.
Pagina 6