Gleuven
O-ring
(8)
12. Plaats de beschermkap opnieuw op de Ei elektrode en voer de kabel doorheen de hiervoor
voorziene opening op de zijkant van de elektrode (8).
(1)
GOED:
(2)
VERKEERD:
Zodra de debietdetector op zijn boormal is gemonteerd (gebruik tefl on tape voor het afdichten van de
schroefdraadverbindingen), mag zijn kabel op het Ei bedieningskastje worden aangesloten en dit via
de « jack » snelkoppeling.
88
(4)
(7)
(6)
Leistift
7. Plaats het onderste deel van de boormal van
(5)
de Ei cel op de plaats waar u deze op de leiding
wenst te installeren. Opgelet,plaats de boormal
omgekeerd, dit wil zeggen met de twee kleine
openingen naar boven! Maak gebruik van een
markeerstift of van een metalen stift om de
plaats aan te merken waar de twee openingen in
de leiding moeten worden geboord (4).
8. Vergrendel het onderste deel van de boormal op
het bovenste deel dat eerder op de leiding werd
geplaatst (5).
9. Let er goed op dat de O-ring in de juiste stand zit en
plaats het onderste deel van de Ei elektrode op het
bovenste deel van de boormal. Opgelet, de elektrode
heeft een bepaalde richting en er is maar één juiste
stand mogelijk (om deze reden is een leistift
voorzien) (7).
10. Schroef de spanring goed aan op de boormal (geen
gereedschap gebruiken, enkele met de hand!) op de boormal.
Let er goed op dat de schroefdraad van de spanring goed
aansluit op de boormal- het aanspannen moet 'los' zijn om de
schroefdraad (in kunststof) niet te beschadigen.
11. Sluit de kabel van de Ei cel aan op de elektrische
connectoren, volg hierbij kleurencode van de mannelijke
en vrouwelijke connectoren zoals hierna aangeduid (rood
met rood, zwart met zwart en blauw met blauw).
3.3 Installeren van de debietdetector
De debietdetector en zijn boormal (ND50 mm) moeten op de
leiding worden geïnstalleerd in de nabijheid van de Ei cel en
stroomopwaarts ervan.
> Ei cel in lijn gemonteerd (m.a.w. direct op de leiding): De
debietdetector MOET worden gemonteerd net voor de cel
en na een eventuele afsluiter (1).
> Ei cel gemonteerd in bypass: De debietdetector MOET op
de bypass van de cel worden gemonteerd tussen de afsluiter
stroomopwaarts en de cel zelf.
!
OPGELET: Het niet in acht nemen van deze richtlijnen
kan de vernietiging van de cel tot gevolg hebben (volg
de schema's) (2)!
!
ZEER BELANGRIJK: De debietdetector heeft
een welbepaalde montagerichting (de pijl die erop is
aangebracht duidt de stroomrichting van het water aan).
Draag er zorg voor dat hij op de juiste wijze gemonteerd
wordt op zijn boormal, zodanig dat hij de productie van
het Ei elektrolysetoestel doet stilvallen wanneer de
fi lterinstallatie wordt af gezet (de rode LED « Flow » gaat
aan, dit wil zeggen dat er geen debiet is).