Tanken
WAARSCHUWING! Om het risico op brand te
!
verminderen, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen:
Rook niet of plaats geen warme voorwerpen
in de buurt van de brandstof.
Tank nooit terwijl de motor draait.
Stop de motor en laat hem voor het tanken
enkele minuten afkoelen.
Open de dop van de tank voorzichtig
wanneer u wilt tanken zodat eventuele
overdruk langzaam verdwijnt.
Draai de dop van de tank goed vast na het
tanken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start.
Maak schoon rond het tankdeksel. Maak de brandstof- en
olietank regelmatig schoon. Het brandstoffilter moet ten
minste een keer per jaar worden vervangen.
Verontreinigingen in de tanks veroorzaken storingen in de
werking.
Verplaats de heggenschaar altijd ca. 3 m van de plaats waar
u de tank bijgevuld heeft, voordat u de motor start.
BRANDSTOFHANTERING
– 13
Dutch