BEDIENING VAN DE BOMENFREES
De volgende aanwijzingen helpen ervoor te zorgen dat de bomenfrees veilig en effectief wordt bediend. Lees
dit onderdeel aandachtig en ga te allen tijden uiterst voorzichtig te werk.
RONDVLIEGENDE BROKSTUKKEN OF VOORWERPEN EN VALLENDE VOORWERPEN KUNNEN LEIDEN TOT
Wees uiterst voorzichtig en zorg ervoor dat alle medewerkers zich buiten de GEVARENZONE bevinden zoals
Voorwaarts (duwend) werken
Breng de kop boven het uit te voeren werk of breng hem zover mogelijk omhoog. De hydraulische bovenste
koppeling van tractoren met een driepuntskoppeling of de kipcilinders van laadarmen op de meeste
hydraulische tractoren worden zover mogelijk ingetrokken. Hierdoor wordt de hele machine en de klep
omhoog gedraaid, zodat de rotor over een zo groot mogelijk oppervlak contact maakt. Beweeg de tractor naar
voren om de werkzaamheden te beginnen.
Plaats de bomenfrees op de volgende manier:
Als de frees is uitgerust met een klep, zet deze dan open, zodat een zo groot mogelijk aantal klepels hun
werk kunnen doen.
Laat de bomenfrees volledig contact maken met het te verwerken materiaal.
Laat de kop zakken naarmate het frezen vordert. Beweeg de tractoren langzaam naar achteren als het
toerental begint te verlagen terwijl u de kop verder laat zakken. Draai de kop omlaag als de rotor de grond
nadert en let daarbij op dat de kop niet te snel wordt gedraaid.
Beoordeel de snelheid van de tractor en de freesdiepte door te monitoren hoe het toerental van de motor
reageert op het contact dat de klepels maken met het materiaal en hoe ze dit versnipperen. Laat de motor niet
vertragen tot onder de koppelcurve of boven het vermogen van de motor om zich snel te herstellen wanneer
hij niet meer wordt belast.
GEVAAR
ERNSTIG LETSEL OF DE DOOD.
omschreven in het onderdeel 'De gevarenzone'.
- 8 -