Device Mode-scherm
Apparaatmodus
Mode (Modus)
LAN Connection Type (
LAN-verbindingstype)
LAN IP address
(LAN IP-adres)
Subnet Mask
(Subnetmasker)
Default Gateway
(Standaardgateway)
Primary DNS Server
(Primaire DNS-server)
Secondary DNS Server
(Secundaire DNS-server)
MY NET ROUTERS
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ADVANCED SETTINGS (GEAVANCEERDE INSTELLINGEN)
Selecteer in de vervolgkeuzelijst of de router zich in Router Mode of
in Extender Mode moet bevinden. Wanneer dit apparaat is
ingesteld op Extender Mode, voegt het draadloze capaciteit toe
aan uw bestaande netwerk en breidt het dit uit.
Als u Extender Mode selecteert, wordt deze vervolgkeuzelijst
weergegeven. Selecteer Static IP of Dynamic IP (DHCP).
Als u Static IP selecteert, worden extra velden weergegeven.
IP-adres van het apparaat dat als een Extender wordt
geconfigureerd. Het IP-adres moet zich in hetzelfde netwerk
bevinden als uw bestaande router.
Het subnetmasker wordt gebruikt om te bepalen hoeveel
subnetwerken er binnen uw lokale netwerk kunnen bestaan.
Hoe meer subnetwerken er zijn, des te minder hosts u per subnet
kunt hebben.
IP-adres van de router waarop dit apparaat is aangesloten
wanneer het als een extender is geconfigureerd.
Het adres van de primaire DNS-server wordt door uw ISP
geconfigureerd en onderhouden. U kunt dit vinden op uw
belangrijkste router of neem contact op met uw ISP voor deze
informatie.
Het adres van de secundaire DNS-server wordt door uw ISP
geconfigureerd en onderhouden. Neem contact op met uw
internetprovider voor deze informatie.
54