Algemene informatie
Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen
Schakel het instelslot uit voor u het wachtwoord wijzigt (zie Instelslot in-/uitschakelen uu pagina 104).
a
Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b
Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c
Druk op a of b om Wachtw. inst. te selecteren. Druk op OK.
d
Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b om
een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
e
Toets een nummer van vier cijfers in voor het nieuwe wachtwoord. Om elk cijfer in te voeren drukt u op
a of b om een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
f
Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven.
Instelslot in-/uitschakelen
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u de onderstaande instructies volgt, wordt Fout wachtwoord
weergegeven op het LCD-scherm. Voer het juiste wachtwoord in.
Instelslot inschakelen
a
Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b
Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c
Druk op OK als Aan weergegeven wordt op het LCD-scherm.
d
Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b om
een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
Instelslot uitschakelen
a
Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b
Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c
Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b om
een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
d
Druk op OK of Go als Uit weergegeven wordt op het LCD-scherm.
3
3
3
104