Gebruikers handleiding
2 Introductie
2.1 Algemene informatie
De SmartLine brandmeldcentrale kan bediend worden vanaf het bediendeel op de
brandmeldcentrale zelf, of (indien aanwezig) via het neventableau. De bediening van de
SmartLine brandmeldcentrale en het neventableau zijn niet geheel identiek. De beschrijving
hiervan zal verder worden omschreven in deze handleiding.
2.2 Toepassing en gebruik
De SmartLine conventionele brandmeldcentrale zijn er in verschillende uitvoeringsvormen
leverbaar. Afhankelijk van de omvang van de installatie is de SmartLine leverbaar in de
volgende uitvoeringen:
•
SmartLine020-2 Conventionele brandmeldcentrale met 2 groepen, niet uitbreidbaar
•
SmartLine020-4 Conventionele brandmeldcentrale met 4 groepen, uitbreidbaar tot
20 groepen
•
SmartLine036-4 Conventionele brandmeldcentrale met 4 groepen, uitbreidbaar tot
36 groepen
Elke groep kan worden voorzien van 32 detectoren (automatische melders of
handbrandmelders), afhankelijk van de wettelijke eisen van het land, tevens heeft elke
groep een extra I/O lijn welke geconfigureerd kan worden als een open-collector uitgang, of
als een onafhankelijke ingang (separaat van de groep).
Het display en de Led indicatoren geven een duidelijk beeld van de status van de SmartLine
brandmeldcentrale. De SmartLine brandmeldcentrale kan tevens worden voorzien van
maximaal 4 neventableaus. Deze neventableaus geven dezelfde informatie weer als de
SmartLine brandmeldcentrale zelf.
Figuur 1 – voorbeeld van een SmartLine brandmeldcentrale
Inim SmartLine
A: detectoren
B: Neventableaus
C: voedingen
D: signaalgevers
E: Telefoonkiezer
F: Internet module
6