Download Print deze pagina

Conrad 19 13 54 Gebruiksaanwijzing pagina 8

Advertenties

Monteer alle elektronische componenten op de printplaat volgens het
onderdelenschema. Begin met de weerstanden R1 (100 , bruin, zwart, bruin), R2
(680 , blauw, grijs, bruin), R3 (100 , bruin, zwart, bruin), R4 (100 k , bruin, zwart,
geel) en R5 (33 , oranje, oranje, zwart). De aansluitdraden van de weerstanden
worden eerst omgebogen en in de desbetreffende gaten op de printplaat gestoken.
Soldeer beide draden aan de onderzijde van de printplaat. Knip daarna de
uitstekende draden met een scherpe tang ca. 2 mm boven de printplaat af.
Let op: de draden mogen niet te dicht bij de printplaat afgeknipt worden omdat
daarbij mechanische belastingen kunnen ontstaan waardoor de koperbanen loslaten.
Een weerstand solderen
Nadat alle weerstanden gesoldeerd zijn, plaatst u de halfgeleiders. Let hier wel op:
beide bezitten dezelfde behuizingvorm met drie aansluitingen, maar mogen niet
verwisselt worden. IC1 bezit het opschrift TA7642, de transistor T1 heet BC547B. Let
telkens op de vlakke behuizingvorm. De inbouwrichting wordt op de printplaat
aangegeven.
IC1, T1 en condensatoren plaatsen
Soldeer nu de keramische ronde condensatoren C1, C3, C4 en C5. Alle vier zijn van
hetzelfde type met 100 nF (104). Nu missen we alleen nog de elco's C2 (47 µF) en
C6 1.000 µF). Hier moet vooral de inbouwrichting in acht worden genomen. Op de
printplaat is de pluspool gemarkeerd. Deze ligt aan de langere aansluitdraad. De
minpool is bijkomend door een witte balk op de plastic -isolatie gemarkeerd.
8

Advertenties

loading