9
EUROPOWER PMP6000/PMP4000/PMP1000 Gebruiksaanwijzing
(19) Elke Mono-ingang beschikt over een LINE IN-aansluiting die als
6,3-mm-klinkerbus is uitgevoerd en waarop men zowel symmetrisch als
asymmetrisch stekkers kan aansluiten.
◊
Denk er altijd aan dat u alleen òf de microfoon- of de Line-ingang van
een kanaal gebruikt en nooit beiden gelijktijdig mag gebruiken!
◊
Bij het aansluiten van een Mono-Line-signaal op een stereokanaal
dient u altijd de linker ingang te gebruiken. Zo wordt het monosignaal
op beide zijden weergegeven.
◊
Dit geldt niet voor de Mono-/Stereo-combinatie kanalen 5/6 en 7/8 van
de PMP1000.
(20) INSERT I/O. Invoerpunten (Inserts) worden gebruikt, om het signaal
met behulp van dynamische processors of equalizers te bewerken.
Deze invoerpunten bevinden zich voor de fader, de EQ en de MON/FX
SENDs. In tegenstelling tot een galmapparaat en andere effectapparaten,
die normaliter het droge signaal toevoegen, bewerken de dynamische
processors het somsignaal. In deze gevallen is een Aux Send-route dus niet
de juiste oplossing. In plaats hiervan onderbreekt men de signaalroute
en voegt men een dynamische processor of een equalizer toe. Vervolgens
wordt het signaal op dezelfde plaats van het mengpaneel teruggevoerd.
Het signaal wordt alleen onderbroken, wanneer er een bijbehorende stekker
in de bijbehorende bus is aangesloten (stereostekker; kop = signaaluitgang,
ring = ingang). Alle mono-ingangskanalen zijn met inserts uitgerust.
(21) De stereokanalen zijn uitgerust met een GAIN-regelaar waarmee binnen een
bereik van +20 tot -20 dB de ingangsgevoeligheid kan worden ingesteld.
PMP1000: Daarnaast beschikken de stereokanalen 5/6 en 7/8 ieder ook nog
over een XLR-aansluiting voor microfoons. Hier is de voorversterking binnen
een bereik van 0 tot +40 dB voor microfoons regelbaar.
(22) Ieder stereokanaal beschikt over twee Line niveau-ingangen voor de
aansluitingen van het linker en het rechter kanaal. Als u uitsluitend de
met "L" aangegeven bus gebruikt, werkt het kanaal in mono. Het signaal
verschijnt op beide zijden als mono-signaal.
◊
Dit geldt niet voor de Mono-/Stereo-combinatie kanalen 5/6 en 7/8
van de PMP1000.
◊
De kanalen 13/14 alsook 15/16 gaan zonder verdere geluids- of
volumeregeling direct op de Main Mix. Via de kanalen 13/14 en 15/16
zou men b.v. een submixer kunnen aansluiten en de eindtrap van de
PMP1000 gebruiken.
(23) PMP4000: De stereokanalen 9/10 en 11/12 zijn met extra Cinch-
bussen uitgerust.
PMP6000: De stereokanalen 13/14 en 15/16 zijn met extra
Cinch-bussen uitgerust.
◊
PMP4000/PMP6000: Let erop dat u met de A/B-keuzeschakelaar (4) de
aansluitoptie (klinker of Cinch) moet bepalen, zodat u tot het gebruik
van de ingang kunt overgaan.
(24) PMP4000/PMP6000: Beide stereokanalen beschikken ieder over twee
monitorregelaars (MON 1/2) en één LEVEL-regelaar (25) . Zoals dit ook het
geval is bij de andere kanalen, beschikken ook zij over een PFL-schakelaar.
(25) In plaats van een fader beschikt de kanaalknop over een
LEVEL-draairegelaar.
(26) Met de PHANTOM-schakelaar activeert u de fantoom-voeding voor
de XLR-bussen van de ingangskanalen, die voor het gebruik van
condensatormicrofoons noodzakelijk is. De +48 V-LED licht op wanneer de
fantoomvoeding is ingeschakeld. Het gebruik van dynamische microfoons
blijft in de regel mogelijk, voor zover zij over een symmetrische aansluiting
beschikken. Raadpleeg de fabrikant van de microfoon bij twijfelgevallen!
◊
Bij een ingeschakelde fantoomvoeding mogen géén microfoons aan
het mengpaneel (of de Stagebox/Wallbox) worden aangesloten.
Bovendien dient u de Monitor-/PA-luidspreker op stilte geschakeld te
hebben alvorens u de fantoom-voeding in bedrijf neemt. Wacht na
het inschakelen ca. één minuut, alvorens de ingangsversterking in te
stellen, zodat het systeem tijd heeft om zich te stabiliseren.
◊
Opgelet! Gebruik in ieder geval géén asymmetrisch bekabelde
XLR-verbindingen (PIN 1 en 3 verbonden) op de MIC-ingangsbussen,
wanneer u de fantoomvoeding wilt gebruiken.
(27) Met de AMP MODE-schakelaar bepaalt u de bedrijfsmodus waarin u de
voorversterker van uw PMP wilt laten functioneren:
PMP1000:
MAIN: In de "MAIN"-modus functioneert de mixer als voorversterker.
MON: In deze modus is aan OUTPUT A (71) het monitorsignaal aangesloten
en aan OUTPUT B (72) het Main-signaal (beide mono) aangesloten.
BRIDGE (Mono-bridged-modus): In de BRIDGE AMP MODE wordt het
uitgangsvermogen van OUTPUT A en B samengevoegd en alleen via de
OUTPUT B weergegeven. Dit resulteert in een dubbel vermogen.
PMP4000/PMP6000:
MAIN L/MAIN R. In de MAIN MIX functioneert de mixer als
een voorversterker.
MON 1/MONO. In deze modus is op OUTPUT A het monitor 1-signaal
aangesloten en op OUTPUT B het Main-signaal (beide mono) aangesloten.
BRIDGE (Mono-bridged-modus): In de BRIDGE AMP MODE wordt het
uitgangsvermogen van OUTPUT A en B samengevoegd en alleen via de
OUTPUT B weergegeven. Dit resulteert in een dubbel vermogen.
◊
Sluit in de BRIDGE-modus alleen een luidspreker met een impedantie
van minstens 8 Ω op de OUTPUT B-bus aan! Let er op dat u bij het
toepassen van de BRIDGE-modus NOOIT de OUTPUT A mag gebruiken!
◊
Bij alle andere bedrijfsmodi mag de impedantie van de aangesloten
luidspreker niet minder dan 4 Ω bedragen.
◊
Houd er rekening mee dat het aan de luidspreker afgegeven vermogen,
dat zijn signaal in de BRIDGE AMP MODE van de OUTPUT B-aansluiting
krijgt, aanzienlijk hoger is dan bij het gebruik van parallelle
luidsprekeruitgangen. Neem hiervoor de gegevens aan de achterzijde
van uw Power Mixers in acht.
◊
Raadpleeg voor het correct aansluiten van de luidsprekerkabels de
aanwijzingen over de pin-indeling op de achterzijde van het apparaat
(zie (71) ook (72) en).
(28) PMP6000: Met de BEHRINGER SPEAKER PROCESSING-schakelaar activeert
u de filterfunctie waarmee u de mixer aan de technische karakteristiek
van u luidspreker kunt aanpassen. Mocht het gebeuren dat het lage
frequentiebereik in haar werking beperkt wordt, dan kunt u met deze
functie het desbetreffende frequentiebereik van de uitgangssignalen
van de mixer begrenzen. Zo wordt het signaal optimaal aan de
frequentiekarakteristiek van uw boxen aangepast.