2
Gebruiksklaar maken
2.1
Aansluiten
1
Duw de stekker van het ISDN-aansluitsnoer (RJ45) in de ISDN-aansluiting
van de Duovox.
2
Duw de andere stekker van het snoer in het ISDN-kastje (NT1) dat door uw
ISDN-leverancier is geplaatst.
3
Sluit uw analoge apparaten (telefoon, fax, antwoordapparaat e.d.) aan op
de a/b-poorten van de Duovox. Gebruik hiervoor de meegeleverde
snoeren. Duw de ene stekker van het analoge toestelaansluitsnoer in poort
1a/b of 2a/b, en duw de andere stekker van het toestelaansluitsnoer in het
analoge apparaat.
4
Sluit de 12 volt DC-adapter aan.
>
De 2 groene lampjes en het gele lampje lichten kort op. Dit is de zelftest
van de Duovox. In de ruststand brandt alleen het rode lampje. Meer
informatie over de lampjes vindt u in paragraaf 1.3, LED-signaleringen.
2.2
Aansluitingen testen
>
Wanneer de 12 volt DC-adapter juist is aangesloten, zal het rode lampje
branden.
1
Neem van een van de 2 analoge toestellen de hoorn op.
>
U hoort de kiestoon.
2
Controleer of het groene lampje op de betreffende poort brandt.
3
Kies een telefoonnummer en wacht op beantwoording.
>
Wanneer het gesprek is beantwoord, brandt het groene lampje continu.
4
Voer dezelfde handelingen uit bij de andere poort en het andere analoge
toestel.
Opmerking
Als u slechts op 1 poort een telefoon hebt aangesloten, kunt u beide poorten
testen met deze telefoon.
9