4. Selecteer een variant van het effect dat u wilt
toepassen en selecteer Gereed.
Als u een vervagingseffect op een bepaald gebied in
de afbeelding wilt toepassen, trekt u een kader en
selecteert u Vervagen → Gereed.
5. Selecteer Bestanden → Opslaan als wanneer u klaar
bent.
6. Selecteer een geheugenlocatie (indien nodig).
7. Geef een nieuwe naam voor de afbeelding in en
selecteer Gereed.
Een afbeelding aanpassen
1. Open een afbeelding die u wilt bewerken. Kijk bij stap
1-2 in "Effecten op foto's toepassen".
2. Selecteer Wijzigen → Aanpassen → een
aanpassingsoptie (helderheid, contrast of kleur).
Als u de afbeelding automatisch wilt aanpassen,
selecteert u Automatisch niveau.
3. Pas de foto naar wens aan en selecteer Gereed.
4. Sla de bewerkte afbeelding onder een nieuwe naam
op. Kijk bij stap 5-7 in "Effecten op foto's toepassen".
Een afbeelding transformeren
1. Open een afbeelding die u wilt bewerken. Kijk bij stap
1-2 in "Effecten op foto's toepassen".
2. Selecteer Wijzigen → Transformeren → Grootte
wijzigen, Draaien of Spiegelen.
3. Draai of spiegel de afbeelding en selecteer Gereed.
Als u het formaat van de afbeelding wilt wijzigen,
selecteert u een grootte → Opslaan → Gereed.
4. Sla de bewerkte afbeelding onder een nieuwe naam
op. Kijk bij stap 5-7 in "Effecten op foto's toepassen".
Een afbeelding bijsnijden
1. Open een afbeelding die u wilt bewerken. Kijk bij stap
1-2 in "Effecten op foto's toepassen".
2. Selecteer Wijzigen → Bijsnijden.
3. Trek een kader over het gebied dat u wilt uitsnijden en
selecteer Bijsnijden → Gereed.
4. Sla de bewerkte afbeelding onder een nieuwe naam
op. Kijk bij stap 5-7 in "Effecten op foto's toepassen".
55