8. Zorg dat het apparaat uitwendig niet vochtig of nat is. Veeg
het apparaat anders droog.
Verdampingsfilter en luchtfilter plaatsen
Let op
Het apparaat mag in de bedrijfsmodus luchtkoeling niet
zonder verdampingsfilter worden gebruikt, omdat
anders de Koeling niet werkt.
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter
bij de luchtinlaat!
Zonder luchtfilter vervuild het apparaat inwendig,
hierdoor kan de capaciteit worden verminderd en het
apparaat worden beschadigd.
Let op
Voor een gelijkmatige verdeling van het water zorgen
dat het bovendeel van het verdampingsfilter boven ligt.
• Zorg voor het inschakelen, dat het verdampingsfilter en het
luchtfilter zijn geplaatst.
8
11
NL
Ventilatielamellen instellen
• Voor het inschakelen van het apparaat de
ventilatielamellen bij de luchtuitlaat instellen.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
luchtkoeler PAE 19 H
11