Rendamax
- PUMP MODE (pompmode): deze mode wordt gebruikt om te bepalen welke pompuitgang er
wordt gebruikt. Indien een enkelvoudige primaire pomp is aangesloten op de P1-uitgangen,
dient P1 ON (aan) te worden geselecteerd. Indien een enkelvoudige primaire pomp is aangeslo-
ten op de P2-uitgangen, dient P2 ON (aan) te worden geselecteerd. Indien een dubbelpomp is
gemonteerd, zal een van de pompmotoren zijn aangesloten op P1 en de andere op P2. In dat ge-
val dient P1/P2 te worden geselecteerd, waardoor vervolgens het bedrijf over de twee pompen
wordt verdeeld.
- ALARM MODE (alarmmode): er zijn drie automatische en 1 handmatige reset mode voor het
hoge-temperatuuralarm.
AUT1 - Indien de gemeten secundaire temperatuur hoger is dan de waarde van het hoge-tempe-
ratuuralarm, zal dit worden weergegeven op het LCD-display. Indien deze toestand aanhoudt,
wordt de eenheid gedeactiveerd, worden alle pompen uitgeschakeld en wordt de modulerende
klep gesloten. De gewonetemperatuuralarmlamp licht op en de potentiaalvrije contacten van
het temperatuuralarm zijn gesloten. Nadat de temperatuur is gedaald tot een waarde lager dan
de alarmtemperatuur, vindt er een automatische reset plaats.
AUT2 - Indien de gemeten secundaire temperatuur hoger is dan de waarde van het hoge-tempe-
ratuuralarm, zal dit worden weergegeven op het LCD-display. Indien deze toestand aanhoudt,
wordt de eenheid gedeactiveerd, worden alle pompen uitgeschakeld en wordt de modulerende
klep gesloten.
De gewone-temperatuuralarmlamp licht op en de potentiaalvrije contacten van het tempera-
tuuralarm zijn gesloten. Indien er vervolgens nog sprake is van hoge temperaturen, vindt er
bijna onmiddellijk een uitschakeling plaats. Nadat de temperatuur is gedaald tot een waarde
lager dan de alarmtemperatuur, vindt er een automatische reset plaats.
AUT3 - Indien de gemeten secundaire temperatuur hoger is dan de waarde van het hoge-tempe-
ratuuralarm, zal dit worden weergegeven op het LCD-display. Indien deze toestand aanhoudt,
zal de gewone-temperatuuralarmlamp oplichten en worden de potentiaalvrije contacten van
het temperatuuralarm gesloten. De eenheid wordt niet gedeactiveerd. Nadat de temperatuur is
gedaald tot een waarde lager dan de alarmtemperatuur, vindt er een automatische reset plaats.
MAN - Indien de gemeten secundaire temperatuur hoger is dan de waarde van het hoge-tempe-
ratuuralarm, zal dit worden weergegeven op het LCD-display.
Indien deze toestand aanhoudt, wordt de eenheid gedeactiveerd, worden alle pompen uitge-
schakeld en wordt de modulerende klep gesloten.
De gewone-temperatuuralarmlamp licht op en de potentiaalvrije contacten van het tempera-
tuuralarm zijn gesloten. Ga naar FUNCTION (functie) en selecteer HIGH TEMP. RESET (hoge
temperatuur reset) om het alarm te resetten.
6.1.6
Samenvatting van display en functies
Fig. 9
6.1.7
Samenvatting van de settings
Fig. 10
16
Samenvatting display & functies
Samenvatting van de settings
Doc880/PWW01B