∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
‡
ˆ
¢
ñ
—
±
·
±
±
±
¥
*
±
¥
±
¥
0
±
¥
,
—
—
—
—
-
—
¥
.
—
—
/
—
—
1
—
±
2
—
—
3
—
—
:
±
¥
;
±
¥
¢ [
] wordt afgebeeld. [
onderwerp en helderheid.
•
De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
•
De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor
de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
Geavanceerd (Opnamebeelden)
‰
‹ Š
—
—
—
—
±
±
—
—
±
—
—
±
—
—
±
—
—
±
—
—
—
—
—
—
—
—
±
—
—
¥
—
—
—
—
—
±
—
¥
±
—
±
±
—
—
±
—
—
±
], [
], [
Œ
‡
í
±
±
ï
—
±
9
±
±
ô
—
±
—
±
5
—
±
4
—
¥
6
—
¥
8
±
¥
7
—
±
¥
¥
¥
¥
±
—
¥
¥
n
—
±
¨
±
±
] of [
] is ingesteld afhankelijk van het type
- 52 -
ˆ
‰
‹ Š
—
—
±
—
—
—
—
—
±
—
—
—
—
—
¥
—
—
—
—
—
—
—
—
¥
—
—
±
—
—
—
—
—
±
—
—
±
—
—
±
—
±
±
—
—
—
—
—
±
Œ
—
¥
—
¥
—
¥
—
¥
—
—
—
¥
—
¥
—
±
—
±
—
¥
—
±
—
±
—
¥
—
±
—
±
—
±