Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Apparaatbeheer; Instellingen Voor Serverprofielen; Externe Configuratie (Netwerkdienst); Externe Configuratie-Instellingen - Nokia E50 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

15.

Apparaatbeheer

Gegevens en software op het apparaat beheren

Instellingen voor serverprofielen

Selecteer
Menu
Connectiviteit
>
Als u een profiel wilt maken, selecteert u
Servernaam
— Voer een naam voor de configuratieserver in.
Server-ID
— Voer de unieke ID van de configuratieserver in. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste
instellingen.
Serverwachtwoord
— Voer een wachtwoord in waarmee de server wordt bekengemaakt aan het apparaat wanneer een
configuratiesessie wordt gestart.
Sessiemodus
— Selecteer het verbindingstype voor de verbinding met de server.
Toegangspunt
— Selecteer het toegangspunt voor de verbinding met de server.
Hostadres
— Voer het URL-adres van de server in.
Poort
— Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam
en
Wachtwoord
herkend wanneer u een configuratiesessie start.
Config. toestaan
— Selecteer
Autom. accepteren
— Selecteer
wordt geaccepteerd.
Als u een bestaand profiel wilt bewerken, selecteert u

Externe configuratie (netwerkdienst)

Selecteer
Menu
Connectiviteit
>
U kunt verbinding maken met een server en configuratie-instellingen voor het apparaat ontvangen. U kunt serverprofielen en
verschillende configuratie-instellingen ontvangen van uw netwerkoperator, serviceproviders en de IT-afdeling van uw bedrijf.
Configuratie-instellingen zijn bijvoorbeeld verbindings- en andere instellingen die door verschillende toepassingen op uw
apparaat worden gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.
De verbinding voor externe configuratie wordt meestal geïnitieerd door de server wanneer de instellingen van het apparaat
moeten worden bijgewerkt.

Externe configuratie-instellingen

Ga naar de hoofdweergave van App.beh., selecteer
Configuratie starten
— Verbinding maken met de server en configuratie-instellingen voor het apparaat ontvangen.
Nieuw serverprofiel
— Een nieuw serverprofiel maken.
Profiel bewerken
— De profielinstellingen wijzigen.
Verwijderen
— Het geselecteerde profiel verwijderen.
Conf. inschakelen
— Instellen dat u configuratie-instellingen ontvangt van servers waarvoor u een serverprofiel hebt ingesteld
en configuratie hebt toegestaan.
Conf. uitschakelen
— Instellen dat u niet langer configuratie-instellingen ontvangt van alle servers waarvoor u een
serverprofiel hebt ingesteld.
Logboek bekijken
— Het configuratielogboek van het geselecteerde profiel weergeven.

Een configuratieprofiel maken

Als u een nieuw serverprofiel voor configuratie wilt maken, selecteert u
de volgende instellingen. Vraag uw serviceprovider naar de juiste waarden.
Servernaam
— Voer een naam voor de configuratieserver in.
Server-ID
— Voer de unieke ID van de configuratieserver in.
Serverwachtwoord
— Voer het wachtwoord in waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Sessiemodus
— Selecteer het verbindingstype van uw voorkeur.
Toegangspunt
— Selecteer het toegangspunt dat u wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw toegangspunt. U
kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u verbinding maakt.
Hostadres
— Voer het webadres van de configuratieserver in.
Poort
— Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam
— Voer uw gebruikers-ID voor de configuratieserver in.
Wachtwoord
— Voer uw wachtwoord voor de configuratieserver in.
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
> App.beh..
Opties
Nieuw serverprofiel
>
— Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in waarmee uw apparaat door de server wordt
Ja
zodat u configuratie-instellingen van deze server kunt ontvangen.
Nee
als u wilt dat het apparaat om bevestiging vraagt voordat configuratie van de server
Opties
> App.beh..
Opties
en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Profiel
bewerken.
>
en maak een keuze uit de volgende opties:
Opties
Nieuw serverprofiel
>
84
en maakt u een keuze uit

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave