Rendamax
Foutnummer Benaming
Interne fouten
E 80
E 81
* Bij het verschijnen van andere foutnummers de gebruiksaanwijzing van het aangesloten toestel raadplegen (bijv. ketelmodule ).
In de tabel zijn alleen de nummer van de interne fouten van de bedieningsmodule BME vermeld.
y
An dere in de bedieningsmodule BME aangegeven foutnummer hebben betrekking op de ketelmo-
dule. De betekenis van de foutnummers is in de handleiding van de ketelmodule vermeld.
Voor de installateur
Instelwaarden
Het niveau Installateur
Dit niveau bevat de codenummers van de beveiligde parameters. Dankzij de beveiliging door
codenummers (para meternummer 20) wordt het ongewilde wijzigen van deze parameters effectief
verhinderd.
Het instellen van deze parameters is pas na het invoeren van het code nummer mogelijk.
y
Invoer codenummer = parameter 20
Toestand bij afl evering: 1234
Instellingen op het niveau Installateur dienen zorgvuldig te geschieden aangezien hier be langrijke
w
veiligheidsparameters zijn opgesla gen!
Bij de programmering van parameters op het niveau Installateur de aanwijzingen in de handboe-
w
ken van de aangesloten toestellen met betrekking tot de parameters opvolgen.
Parameters wijzigen
1)
Bedieningsklep openen {
2)
Het niveau Installateur kiezen door +++
Toets ] indrukken. ➔
3)
(20) Codenummer invoeren
4)
Toets ] indrukken (het rode lampje brandt).
5)
Het eerste cijfer met de toetsen +- instellen.
6)
Toets ] indrukken (het rode lampje brandt).
7)
Het tweede cijfer met de toetsen +- instellen.
8)
Toets ] indrukken (het rode lampje brandt).
9)
Dito cijfers drie en vier (het rode lampje gaat uit).
10)
Keuze van de gewenste parameter door de toetsen +- (zie lijst).
11)
Toets ] indrukken (het rode lampje brandt).
12)
Waarde instellen met de toetsen +- .
13)
Opslaan met toets ].
14)
Bedieningsklep sluiten }.
Parameters die als gevolg van de specifi eke confi guratie niet op de BME kunnen worden inge-
y
steld, wor den door streepjes [----] op het dis play kenbaar gemaakt of onderdrukt.
De aangegeven standaard waarden in de volgende lijst geven de toestand weer bij afl evering van
y
het apparaat. Specifi eke waarden kun nen in de laatste kolom van de tabel worden ingevuld. Dit
vergemak kelijkt de hernieuwde inbedrijfstelling na een parameter-RESET.
16
Betekenis
Ruimtevoeler defect De ruimtevoeler van een verwarmingsgroep is defect (breuk/
kortsluiting).
EEPROM fout
In de EEPROM is een fout opgetreden.
Doc337/BME01C