Probleem
De motor accelereert
slecht.
De motor loopt
onregelmatig.
De motor schakelt
moeilijk uit.
De motor wordt onge-
bruikelijk heet.
Mogelijke oorzaak
Er komt geen of weinig brand-
stof door de brandstofslang: de
Het stationair toerental is te laag. Laat het stationair toerental aanpas-
Het lucht-brandstofmengsel in de Laat het brandstofmengsel afstellen
carburateur is onjuist.
De bougie is vuil, nat of de elek-
trodenafstand is onjuist.
Lekkage in de brandstofslang.
Er is een onderdeel defect.
De contactschakelaar is defect.
De bougie is van het verkeerde
type waardoor de motor overver-
hit raakt.
De motor is oververhit.
De combitool wordt te lang ach-
ter elkaar gebruikt.
Het lucht-brandstofmengsel in de
carburateur is onjuist.
Verkeerde brandstof(verhouding) Leeg de brandstoftank en vul met de
gebruikt.
Ventilator is verstopt.
Koolstofafzettingen in de vonken- Reinig de vonkenvanger.
vanger.
Mogelijke oplossing
gina 17).
(pagina 17).
teur.
gina 17).
Reinig/droog de bougie. Corrigeer
de elektrodenafstand naar 0.6-0.7
mm.
Laat de brandstofslang vervangen
Laat de bladblazer repareren door
Laat de contactschakelaar repar-
teur.
Vervang de bougie voor een
exemplaar van het juiste type.
Laat de combitool 2 tot 3 minuten
stationair draaien totdat de motor
afgekoeld is.
Laat de motor enige tijd stationair
draaien om te laten afkoelen.
Laat het brandstofmengsel afstellen
juiste mengsmering (1:25). Gebruik
Euro 98 benzine en 2-taktolie.
Laat de ventilator reinigen door een
-
-
-
-
29