6. Verwijder het koelvinblok en de ventilatoreenheid. Zie 'De module met het koelelement en de ventilator
vervangen' op pagina 35.
7. Verwijder een PCI Express-kaart. Zie 'Een PCI Express-kaart vervangen' op pagina 37.
8. Verwijder de Wi-Fi-kaart. Zie 'De Wi-Fi-kaart vervangen' op pagina 38.
9. Noteer de kabelgeleiding en de kabelaansluitingen op de achterplaat en koppel vervolgens alle kabels
van de systeemplaat los. Zie 'Systeemplaat' op pagina 5.
10. Vervang de systeemplaat.
Opmerkingen:
• De cijfers in de volgende afbeelding geven de locaties van de schroeven aan in plaats van de
volgorde voor het verwijderen en opnieuw installeren van de schroeven.
• Pak de systeemplaat voorzichtig bij de randen vast.
Figuur 66. De systeemplaat verwijderen
11. Plaats de verwijderde onderdelen terug. Zie 'Vervangen van de onderdelen voltooien' op pagina 47 om
de vervanging te voltooien.
Vervangen van de onderdelen voltooien
Nadat u onderdelen hebt geïnstalleerd of vervangen, brengt u de kap van de computer weer aan en sluit u de
losgekoppelde kabels weer aan.
.
Hoofdstuk 4
Hardware vervangen
47