8.4 Gebruikstip voor de nylon draadkop
(afhankelijk van het model)
Werk altijd uitsluitend met de toegelaten
snijdraadlengte. Als het draadafsnijmes goed in de
aanraakbeveiliging is gemonteerd, worden de
snijdraden altijd afgekort op de toegelaten lengte.
Als de snijdraad te lang is, bestaat er extreem
gevaar voor verwondingen en kan de motor
overbelast en beschadigd raken.
Belangrijk: Als de draadkop wordt gebruikt,
de bosmaaier nooit starten als de
beschermstrip niet opgestoken is en het
draadafsnijmes niet gemonteerd is.
Maaidraad bijregelen
Als u de halfautomatische draadkop gebruikt:
Fig. 16
(schematische voorstelling)
Bij onbelaste werking kort volgas geven en
daarbij met de draadkop verschillende keren op
begroeide ondergrond tikken. De snijdraad komt
een stukje vrij. De draadverlenging bedraagt ca.
30 mm per ontgrendeling. Overtollige
draadlengtes worden door het draadafsnijmes
gecorrigeerd.
Als de maaidraad opgebruikt is, kunt u hem
vervangen door de als toebehoren leverbare
maaidraad Ø 2,4 mm, bestelnr.: 6900942 of
maaidraad Ø 3,0 mm bestelnr.: 6900974.
Gebruik van de bosmaaier; Gebruiks- en onderhoudsinstructies
9. Gebruiks- en onderhoudsinstructies
9.1 Algemene gebruiks- en
onderhoudsinstructies
Voor het onderhoud en de herstelling van moderne
apparaten en hun veiligheidsrelevante
componenten is een gekwalificeerde vakopleiding
vereist, alsook een werkplaats die over speciaal
gereedschap en testapparaten beschikt. De
fabrikant adviseert dan ook alle werkzaamheden
die niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven
zijn, te laten uitvoeren door een gespecialiseerde
werkplaats. De vakman beschikt over de vereiste
opleiding, ervaring en uitrusting om u de meest
betaalbare oplossing aan te bieden. Hij helpt u
verder met raad en daad.
Na een inlooptijd van ca. 5 bedrijfsuren moet
worden nagegaan of alle bereikbare schroeven en
moeren (behalve de instelschroeven van de
carburateur) goed vastzitten. Indien nodig
aanspannen.
Het snijwerktuig moet met korte intervallen en bij
duidelijke onregelmatigheden of verstoppingen ter
hoogte van het snijwerktuig of de bescherming
worden gecontroleerd. Daartoe moet de motor
uitgeschakeld zijn en moet het snijwerktuig
stilstaan. De bougiestekker aftrekken en gras,
kreupelhout e.d. uit de werktuighouder verwijderen.
Stompe of beschadigde werktuigen ook bij kleine
barsten - klanktest uitvoeren - onmiddellijk
vervangen.
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen
geen open vuren of dergelijke in de omgeving
voorkomen. Bij langdurige onderbrekingen (meer
dan vier weken) dient u ook rekening te houden
met de instructies in paragraaf "9.9 Stilleggen en
opbergen".
9.2 Instructies voor de geluiddemper
Uw machine stoot weinig uitlaatgassen uit en blijft
duidelijk onder de wettelijk voorgeschreven
limietwaarden. Daardoor ontwikkelt de
geluiddemper tijdens de werking veel hitte. Raak
de geluiddemper niet aan zolang hij nog heet is.
Verkleuringen aan de buitenzijde van het
geluiddemperhuis zijn normaal.
NEDERLANDS 17