Modulaire pneumatische lineaire aandrijvingen OSP-P / OSPP-BG
10 Inbedrijfstelling
Montagewerkzaamheden en inbedrijfstelling mogen uitsluitend door
vakpersoneel worden uitgevoerd!
De lineaire aandrijving kan snelle lineaire bewegingen met grote kracht veroorzaken. Hierdoor
kunnen wegens veronachtzaming van de veiligheidsvoorschriften persoonlijk letsel door beknellen van
lichaamsdelen of beschadigingen door botsingen met andere installatiedelen ontstaan.
Gevaar voor beknelling
Controleer vóór de inbedrijfstelling:
•
de correcte aansluitvoorwaarden en
•
of zich geen obstakels bevinden binnen het positioneerbereik van de last.
Bij de eerste inbedrijfstelling moet de werking van naderings- en eindschakelaars worden gecontroleerd.
De lineaire aandrijving moet eerst met een lage snelheid over de volledige slaglengte van de cilinder
bewogen worden, om eventuele obstakels in het in pad van de zuiger op te sporen. Deze dienen onmiddellijk
verwijderd te worden.
10.1 Inbedrijfstelling van een OSP-P / OSPP-BG lineaire aandrijvingen
•
De zuiger in drukloze staat met de hand twee slagen positioneren.
•
Zuiger in de middelste stand zetten.
•
Beide ventielnaalden voor de eindpositiedemping volledig dicht draaien (behalve cilinder Ø10).
•
Beide ventielnaalden ongeveer een halve slag opendraaien (behalve cilinder Ø10).
•
Bij cleanroomcilinder OSP-P: eerst afzuiging inschakelen voordat de cilinder wordt belucht!
•
Beide cilinderruimten langzaam beluchten om ongecontroleerde, gevaarlijke bewegingen te voorkomen
(softstartventiel uit ons leveringsprogramma)
de zuiger blijft na een korte beweging stilstaan.
•
Eén zijde ontluchten,
de zuiger beweegt naar een eindpositie.
•
Proefdraaien starten.
•
Snelheid met snelheidsregelventiel instellen.
•
Eindpositiedemping met ventielnaald instellen (behalve cilinder Ø10). De eindpositiedemping moet
zodanig worden ingesteld dat een schok- en trillingsvrij bedrijf wordt gewaarborgd.
Let hierbij op de toelaatbare massa en snelheid volgens het dempingsdiagram in de catalogus OSP-P.
De specificaties moeten worden aangehouden.
10.2 Inbedrijfstelling in een totale installatie
Let op - knelgevaar!
Tijdens het werken met lineaire aandrijvingen bestaat een risico van letsel
door de bewegingen van de zuigerbeugel / geleideslede.
U loopt het risico tussen hinderlijke kanten van andere constructies en installatieonderdelen bekneld te
raken.
•
In- en uitschakelprocedures, opstarten van de installatie, controle-inrichtingen volgens de
bedieningshandleiding voor de totale installatie in acht nemen!
•
Vóór het inschakelen / opstarten van de installatie veilig stellen dat niemand door de opstartende installatie
gevaar kan lopen.
•
Alle personen moeten worden gewaarschuwd dat de cilinder (de installatie) gaat bewegen.
•
Voordat de installatie in bedrijf wordt gesteld moeten alle bescherminrichtingen, eindschakelaars,
veiligheidsaardingen en overige beschermingsmaatregelen op correct functioneren en volledigheid worden
gecontroleerd. De gehele installatie dient te worden gecontroleerd op onderdelen en obstakels die er niet
in thuishoren.
•
Binnen de gevarenzone mogen zich tijdens de inbedrijfstelling geen personen of voorwerpen bevinden.
•
Bij de eerste inbedrijfstelling moet erop worden gelet dat de juiste installatiegegevens worden ingevoerd.
•
De zuiger in drukloze staat met de hand over de gehele lengte twee slagen heen en weer bewegen.
•
Zuiger in de middelste stand zetten.
•
Beide ventielnaalden voor de eindpositiedemping volledig dicht draaien (behalve cilinder Ø10).
•
Beide ventielnaalden ongeveer een halve slag opendraaien (behalve cilinder Ø10).
•
Bij cleanroomcilinder OSP-P: eerst afzuiging inschakelen voordat de cilinder wordt belucht!
•
Installatie langzaam beluchten om ongecontroleerde, gevaarlijke bewegingen te voorkomen
(softstartventiel uit ons leveringsprogramma).
•
Snelheid met snelheidsregelventiel instellen.
•
Eindpositiedemping met ventielnaald instellen (behalve cilinder Ø10).
Let hierbij op de toelaatbare massa en snelheid volgens het dempingsdiagram in de catalogus OSP-P.
14