②
Laad de accu alleen op met de MAX-oplader JC610M.
Laad de accu alleen op met de MAX-oplader JC610M. Bij
gebruik van een andere oplader kan de accu onvoldoende
worden opgeladen, of defect raken, te warm worden of
zelfs ontbranden.
Zie pagina 10 voor informatie over de MAX-oplader JC610M.
③
Laad de accu op voordat u het apparaat gebruikt.
Door zelfontlading kan een nieuwe accu, of een accu die
langere tijd niet is gebruikt, niet volledig opgeladen zijn. Laad
de accu alleen op met de MAX-oplader JC610M.
④
Sluit de oplader aan op het opgegeven voltage.
Sluit de oplader uitsluitend aan op een stopcontact voor
huishoudelijk gebruik, met een voltage van 100-240 V AC.
Gebruik nooit een ander voltage. Het niet naleven van deze
instructie kan leiden tot warmteontwikkeling of ontbranding.
⑤
Gebruik nooit een transformator zoals een
opjaagtransformator als stroombron voor de oplader.
Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot defecten
aan de oplader of doorbranden ervan.
⑥
Sluit de acculader nooit aan op een motorgenerator of
gelijkstroomvoeding om de accu op te laden.
Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot defecten
aan de oplader of doorbranden ervan.
⑦
Laad de accu nooit op in de regen of een andere plaats
waar de oplader blootstaat aanopspattend water of
vocht.
Opladen in aanwezigheid van vocht kan leiden tot
stroomschokken of kortsluiting, met brandschade als
mogelijk resultaat.
⑧
Hanteer nooit een stroomsteker met natte handen.
Dit kan leiden tot stroomschokken.
⑨
Plaats geen doek of andere afdekking op de acculader
tijdens het opladen.
Het afdekken van de oplader kan leiden tot
warmteontwikkeling, met doorbranden van het apparaat of
brand als gevolg.
⑩
Plaats de oplader nooit dichtbij open vuur.
5