3. VEILIGHEIDSKENMERKEN
Het apparaat is voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen
voor het veilig aanbrengen van spijkers.
Contactarm
Mechanische veiligheidsinrichtingen
Dit apparaat is voorzien van een VOLLEDIG SEQUENTIEEL
ACTIVERINGSMECHANISME. Het apparaat zal daardoor pas
een spijker schieten wanneer de contactarm en de trekker
gelijktijdig worden geactiveerd. Als alleen de contactarm op het
werkstuk wordt gedrukt of alleen de trekker wordt ingeduwd,
schiet het apparaat geen spijker af. Pas als de contactarm op
het werkstuk wordt gedrukt en de trekker wordt ingedrukt, wordt
een spijker afgeschoten.
LET OP!
• Controleer voor u het apparaat gebruikt of alle
veiligheidsinrichtingen correct functioneren. Als deze
niet correct functioneren, gebruik het apparaat dan niet.
Controleer voor u het apparaat gebruikt of alle
veiligheidsinrichtingen correct functioneren. Controleer
of het magazijn leeg is, plaats de accu en gaspatroon en
voer de controle uit.
∗ In
de
volgende
veiligheidsinrichtingen niet correct. U mag het apparaat
dan niet gebruiken.
1. Als u alleen de trekker indrukt, hoort u hetzelfde geluid als
wanneer het apparaat normaal wordt gebruikt.
2. Wanneer u de contactarm op het werkstuk drukt, schiet
het apparaat zonder een spijker uit te drijven, het
zogeheten "dry-firing".
∗ Het geluid van een draaiende ventilator is hoorbaar; dit
is normaal.
Neem bij iedere afwijking van normaal functioneren
contact op met de dichtstbijzijnde erkende
MAX-distributeur om het apparaat te laten
inspecteren/repareren.
WAARSCHUWING
• Druk de trekker snel en krachtig in; dit voorkomt het
onbedoeld of dubbel afschieten van spijkers.
Trekker
situaties
functioneren
4. GEBRUIK VAN ACCU EN
OPLADER
WAARSCHUWING
• Laad de MAX-accu JP606H van het apparaat alleen op
met de MAX-oplader JC610M.
Bij gebruik van een andere oplader kan de accu
onvoldoende worden opgeladen, of defect raken, te
warm worden of zelfs ontbranden.
• Breng de accu nooit in de nabijheid van open vuur.
• Laat de accu niet in direct zonlicht liggen.
• Vermijd het opladen of gebruik van de accu in de
nabijheid van vocht, zoals (zee-)water, melk, frisdranken
of zeepsop.
• Neem de steker van de oplader uit het stopcontact als u
deze niet gebruikt.
• Gebruik de oplader alleen bij een omgevingstemperatuur
tussen 0°C en 40°C. Buiten dit bereik kan gebruik van de
oplader brand veroorzaken.
• Stel de oplader niet bloot aan sterke schokken zoals
hamerslagen; laat hem niet vallen.
LET OP!
• Neem de accu uit de oplader als de accu is ontladen of
langere tijd niet wordt gebruikt.
• Houd het apparaat niet vast aan de accu, nadat de accu
in het apparaat is geplaatst.
CORRECT ACCUGEBRUIK
1
Laad de accu altijd volledig op en laat hem volledig
ontladen.
Het opladen van de accu wanneer deze nog niet de helft
van zijn capaciteit heeft verbruikt, leidt tot een lager aantal
afgeschoten spijkers per acculading. De levensduur van de
accu wordt daardoor kleiner. Gebruik het apparaat totdat
de ladingsindicator (led) van het apparaat rood brandt; dit
geeft aan dat de acculading laag is.
de
2
Gebruik afwisselend twee accu's.
Voor een langere acculevensduur wordt het aanbevolen
om afwisselend twee accu's te gebruiken. Laad een accu
op terwijl u werkt met de ander.
Recycling van de NiH2-accu
De accu van het apparaat maakt gebruik van NiH2-cellen, die
kostbare grondstoffen bevat. Lever de accu in bij uw distributeur
als hij het einde van zijn levensduur heeft bereikt.
WAARSCHUWING
• Dek de contactpunten af met de beschermkap en zet de
kap vast met tape wanneer u de accu inlevert voor
recycling. Dit voorkomt kortsluiting.
<Accucellen in de accupack>
• Nominale spanning: 1,2 V/cel
• Aantal cellen per accupack: 5 cellen
11