Gebruikershandleiding
Gegevens overbrengen met behulp van een extern opslagapparaat
Gegevens overbrengen met behulp van een
extern opslagapparaat
U kunt de geheugenkaartsleuven of externe USB-poort van de printer gebruiken om bestanden te kopiëren naar een
computer die op de printer is aangesloten. Omgekeerd kunt u ook bestanden van de computer naar het opslagapparaat
kopiëren.
Voorzorgsmaatregelen voor opslagapparaten
Bij het kopiëren van bestanden van een opslagapparaat naar een computer (en omgekeerd) moet u rekening houden
met het volgende:
❏ Zie de documentatie van uw opslagapparaat en eventuele adapter voor de precieze gebruiksaanwijzing.
❏ Kopieer geen bestanden naar een opslagapparaat tijdens het afdrukken van foto's vanaf hetzelfde opslagapparaat.
❏ Op het display van de printer worden de gegevens van het opslagapparaat niet automatisch bijgewerkt nadat u
bestanden naar het opslagapparaat hebt gekopieerd of bestanden van het opslagapparaat hebt verwijderd. Als u de
getoonde informatie wilt bijwerken, moet u het opslagapparaat verwijderen en opnieuw in de printer steken.
❏ Verwijder de geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit terwijl het lampje van de geheugenkaart knippert.
Dit zou kunnen leiden tot het verlies van gegevens.
Bestanden kopiëren van opslagapparaat naar
computer en omgekeerd
Opmerking:
Als de instelling van Geheug. app. in de instellingen van Systeembeheer op Uitschakelen staat, herkent het apparaat het
geheugenapparaat niet als het wordt geplaatst.
Bestanden kopiëren naar uw computer
A
Controleer of de printer is ingeschakeld en een opslagapparaat is geplaatst of aangesloten.
B
Windows 8 en Server 2012:
klik met de rechtermuisknop op het Start-venster of veeg omhoog of omlaag op het Start-venster en selecteer
All apps (Alle apps) en vervolgens Computer.
Windows 7, Vista, en Server 2008:
Klik op de startknop en selecteer Computer.
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start en selecteer My Computer (Deze computer).
162