Bedieningshandleiding
6.1 Functietest
op
(terugslagklep aan ingangszijde en aflaatventiel)
Testklep A en B openen en de meetleidingen via de op de testslangen aanwezige
drukontlastkleppen ontluchten. Daarna drukontlastkleppen sluiten; testkleppen A
en B geopend laten.
Afsluitkleppen voor en achter de systeemscheider sluiten.
Via de drukontlastklep op de testslang (testklep B) de druk langzaam aflaten en
daarbij de drukverschilweergave observeren. De verschildruk stijgt tot de
terugstroombeveiliging begint te openen. Het aflaatventiel mag hierbij
niet geactiveerd worden.
Drukontlastklep op de testslang (testklep B) sluiten. De verschildruk moet nu
constant blijven.
Afsluitkleppen
voor
drukontlastkleppen ontluchten.
Afsluitkleppen voor en achter de systeemscheider sluiten.
Via de drukontlastklep op de testslang (testklep A) de voordruk langzaam aflaten
en daarbij de drukverschilweergave en het aflaatventiel observeren. Het
aflaatventiel moet geactiveerd worden, voordat de weergave de waarde
140 mbar bereikt. (Bij het activeren van de klep stijgt de verschildruk
eerst licht, om daarna weer langzaam te dalen)!
Drukontlastklep
aflaatventiel moet weer goed gesloten
zijn.
Testkleppen A en B sluiten en de
verschildruk-manometer (pos. 1 uit
Koffer-inhoudsopgave)
testslang (op testklep A) demonteren
(glijmof bedienen en stekker eruit
trekken).
Verschildruk-meetkoffer
de
KEMPER
systeemscheider
en
achter
de
systeemscheider
sluiten.
Het
alsmede
de
9
BA
openen
en
via
de