16-MENU INSTELLINGEN
HULPINGANG (het gebruik van een van de volgende parameters sluit de andere uit)
Met de hulpingang kunt u het type configuratie van de installatie kiezen op basis waarvan de kachel wordt aangesloten.
Om de functie te openen, drukt u op:
in het menu Instellingen- drukt u op OK (toets E), druk op de toets D (pijltje) en doorloop tot aan het submenu Hulpingang, druk op OK
(toets E). Selecteer met de toetsen "C" en "D" het gewenste type verwarmingsinstallatie en druk op OK met de toets "E".
INSTELLINGEN-HULPINGANG
OMG.THRMST. 2
EXTERNE SONDE
SONDE BOILER
THRMST.BOILER
SONDE PUFFER
THERM. PUFFER
INFO
OK
D
E
B
C
Op de hulpingang kunnen de volgende elementen worden aangesloten:
Omgevingsthermostaat 2
Externe sonde
Sonde boiler
Thermostaat boiler
Sonde puffer
Thermostaat puffer
•
Omg.therm2
De warmteaanvraag aan de kachel kan plaatsvinden door de omgevingssonde of door de "omgevingsthermostaat 2" die in een andere
omgeving is geïnstalleerd dan de omgeving waar de kachel zich bevindt en aangesloten is op de klemmen 1 en 2 van het klemmenbord
achteraan. Het sluiten van het contact op de klemmen lanceert de warmteaanvraag.
Opmerkingen: De installatie van deze thermostaat is facultatief, de kachel kan ook zonder werken. Wanneer het contact N.O. is, is de
omgevingssonde het enige commando voor warmteaanvraag.
Wanneer er eventueel een weekuurprogrammering actief is, heeft die geen invloed op de omgevingsthermostaat 2 maar wel op de sonde
op de kachel.
20