3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
Er klinkt een korte toon (indien
ingeschakeld). De programmakeuzeknop
wordt automatisch ingesteld op het
standaardprogramma.
Het display toont de programmaduur, de
maximale lading (slechts enkele
seconden), de standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid en de
aanduidingen van de fasen waaruit het
programma bestaat.
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de artikelen goed door elkaar
voordat je ze in de machine stopt.
3. Doe het wasgoed een voor een in de
trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel doet.
4. Sluit de deur stevig.
LET OP!
Controleer of er geen
wasgoed tussen het
deurrubber en de deur blijft
zitten. Hierdoor kan
waterlekkage en/of schade
aan het wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van zwaar
geoliede, vettige vlekken kan
leiden tot beschadiging van
rubberen onderdelen van het
apparaat.
12.3 Wasmiddelen en andere
behandelingen gebruiken
Als beide AutoDose-tanks zijn
ingeschakeld in het ingestelde
programma, worden wasmiddel en
wasverzachter automatisch geladen.
Als een van de AutoDose-tanks of
beide tanks uitgeschakeld zijn (OFF)
in het ingestelde programma, gaat u
verder met het handmatig vullen van het
product in het juiste compartiment.
12.4 Een programma kiezen
Als je de automatische
dosering van het wasmiddel
of de wasverzachter wilt
wijzigen, ga je naar de
AutoDose-
configuratiemodus voordat je
verder gaat met het instellen
van een programma. De
configuratiemodus kan
mogelijk tijdelijke instellingen
annuleren. Raadpleeg de
paragraaf "AutoDose-
configuratiemodus" in het
hoofdstuk "De AutoDose
Technologie (Automatisch
doseren)".
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende controlelampje gaat
branden.
Het controlelampje van de knop Start/
Pauze knippert.
Het display toont een indicatieve
programmaduur, de maximale
aangegeven lading voor het ingestelde
programma (slechts voor een paar
seconden), de standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid en de
wasfaseaanduidingen (indien
beschikbaar).
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raak je
de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens aan in
het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
NEDERLANDS
39