aanwezig zijn die nodig is voor de regelmatige
gasverbranding en de luchtverversing van de
ruimte zelf. De luchtinlaatopeningen, die
beschermd worden door roosters, moeten
afmetingen hebben in overeenstemming met de
van kracht zijnde normen en moeten zodanig
geplaatst zijn dat ze niet, ook niet gedeeltelijk,
verstopt worden.
De ruimte moet goed geventileerd worden
zodat de hitte en de vochtigheid, die door de
bereidingen geproduceerd worden,
geëlimineerd kunnen worden: vooral nadat het
apparaat lang niet gebruikt is, wordt
aanbevolen om een venster te openen of om de
snelheid van eventuele ventilatoren te verhogen.
Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten kan
verzekerd worden door middel van
afzuigkappen, die aangesloten zijn op een
rookkanaal met een efficiënte natuurlijke trek of
met een geforceerde afzuiging. Een efficiënt
afzuigsysteem moet zorgvuldig ontworpen
worden door een daarvoor bevoegde
specialist, in overeenstemming met de
voorgeschreven posities en afstanden.
Na de handeling moet de installateur een
conformiteitsverklaring afgeven.
1A
1A
2C
2C
1
Afvoer door middel van een afzuigkap
2
Afvoer zonder afzuigkap
A
Afvoer via enkel rookkanaal met
natuurlijke trek
B
Afvoer via enkel rookkanaal met
elektroventilator
91477A898/A
1B
1B
2D
2D
C
Afvoer rechtstreeks door de buitenmuur of
raam met elektroventilator
D
Afvoer rechtstreeks door de buitenmuur
Lucht
Verbrandingsproducten
Elektrische ventilator
Aanpassing aan de verschillende gastypes
Bij gebruik van andere gastypes, moeten de
gasmondstukken op de branders vervangen
worden en dient de minimum vlam van de
gaskranen te worden afgesteld.
Vervanging van de sproeiers
1. Verwijder de roosters van de plaat.
2. Verwijder de vlamverdelers en de deksels.
3. Draai de gasmondstukken van de branders
los met behulp van een buissleutel van 7
mm. Vervang de gasmondstukken van de
branders door typen die geschikt zijn voor
het gas dat gebruikt zal worden (raadpleeg
INSTALLATIE - 87