•
Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie
uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder
over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de
certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
•
Als u de machine wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we
aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder
voor de algemene naam van het servercertificaat.
2. Druk op a of b om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op a of b om de optie [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op OK.
4. Druk op a of b om de optie [Inst. Wizard] te selecteren en druk vervolgens op OK.
5. Wanneer [WLAN Activeren ?] verschijnt, drukt u op a om Aan te selecteren.
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op Cancel (Annuleren) om te
annuleren.
6. De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op a of b om de optie
[<Nieuwe SSID>] te selecteren en druk vervolgens op OK.
7. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op OK.
8. Druk op a of b om de optie [Infrastructuur] te selecteren en druk vervolgens op OK.
9. Druk op a of b om de gewenste verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op OK.
10. Ga op een van de volgende manieren te werk:
•
Als u de optie [LEAP] hebt geselecteerd, voert u het gebruikers-ID in en drukt u vervolgens op OK.
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op OK.
•
Als u de optie [EAP-FAST], [PEAP] of [EAP-TTLS] geselecteerd hebt, drukt u op a of b om de
inwendige verificatiemethode [NONE], [CHAP], [MS-CHAP], [MS-CHAPv2], [GTC] of [PAP] te
selecteren en drukt u vervolgens op OK.
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de inwendige verificatiemethode verschillen.
Druk op a of b om het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] te selecteren en druk vervolgens op OK.
Druk op a of b om de verificatiemethode [Geen verif.], [CA] of [CA + Server-ID] te selecteren
en druk vervolgens op OK.
-
Als u de optie [CA + Server-ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID, gebruikers-ID en
wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op OK voor elke optie.
-
Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op OK voor elke optie.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, zal de machine het bericht [Geen verif.]
weergeven.
•
Als u de optie [EAP-TLS] hebt geselecteerd, drukt u op a of b om het versleutelingstype [TKIP+AES] of
[AES] te selecteren en drukt u vervolgens op OK.
Wanneer de machine een lijst met beschikbare clientcertificaten weergeeft, selecteert u het gewenste
certificaat.
Druk op a of b om de verificatiemethode [Geen verif.], [CA] of [CA + Server-ID] te selecteren
en druk vervolgens op OK.
-
Als u de optie [CA + Server-ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en
drukt u op OK voor elke optie.
-
Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op OK.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, zal de machine het bericht [Geen verif.]
weergeven.
11. Als u de instellingen wilt toepassen, drukt u op a om [Ja] te selecteren en drukt u vervolgens op OK. Om te
annuleren drukt u op b om [Nee] te selecteren.
12. De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
95