13 Toonaudiometrie uitvoeren
13
Toonaudiometrie uitvoeren
Tests en overige functies kunt u uitvoeren via de overeenkomstige toetsen op het toetsenbord, de bedieningsknoppen
boven in het scherm of in het bedieningspaneel links.
Raadpleeg AURICAL Aud Referentiehandleiding voor gedetailleerde voorbeelden van audiometrische tests.
1. Selecteer het scherm
2. Bereid de patiënt voor. Als u de patiënt instructies wilt geven nadat u de transducers op het hoofd van de patiënt
hebt geplaatst, kunt u hiervoor de knop
tiveerd is, kunt u met de patiënt praten en het communicatieniveau aanpassen.
3. Selecteer in het bedieningspaneel de testvoorwaarden voor oor, transducer, maskeren/niet maskeren en testtype.
4. Selecteer de testfrequentie met behulp van de pijlknoppen rechts en links (of op het toetsenbord).
5. Selecteer het stimulusniveau met behulp van de pijlknoppen omhoog en omlaag (of op het toetsenbord).
6. Presenteer de toonstimulus met de knop
7. Gebruik de knop
gende frequentie te gaan.
8. Herhaal de stappen 4 tot en met 7 tot alle benodigde metingen zijn voltooid. Controleer of u het volgende hebt
getest:
–
Beide oren
–
Luchtgeleiding
–
Beengeleiding
–
Maskering met knop (
–
Audiogramdrempel,
9. Sla het audiogram op.
16
Toon
(Tone) in de OTOsuite-audiometriemodule.
Talk Forward
Presenteren
Opslaan
(Store) (de S-toets op het toetsenbord) om het gegevenspunt op te slaan en naar de vol-
Maskeren
(Mask) of M op het toetsenbord
MCL
UCL
(MCL) en
(UCL)
(Talk Forward) gebruiken. Als
(Present) of met de spatiebalk op het toetsenbord.
A. Snelkeuzepaneel
B. Testoptiespaneel
C. Meeluister-/niveaupaneel
Talk Forward
(Talk Forward) geac-
Otometrics - AURICAL Aud