• Druk toets "+" of "-" om te kiezen voor hPa, mmHg of inHg.
• Druk toets "SET" om de luchtdruk waarden in te stellen.
Afhankelijk van het hoogteniveau (in vergelijking met het zeeniveau) is de
luchtdruk anders. Voor het voorspellen van het weer is het noodzakelijk
om de juiste luchtdruk te meten. Ook als men zich bv. 100 meter boven de
zeespiegel bevindt. Dit noemt men de relatieve luchtdruk. Per 8 meter neemt
de luchtdruk met 1 hPa af. Als u niet in de bergen bent hoeft u de luchtdruk
niet aan te passen. Bij deze instelling is het ook mogelijk om de luchtdruk
te ijken.
• Druk toets "+" of "-" om te kiezen tussen 800 hPa en 1100hPa.
• Druk toets "SET" om de luchtdruk wijzigingsdrempel in te stellen. In deze
mode kan de drempel worden ingesteld wanneer er daadwerkelijk een
weersverandering zal worden aangegeven via de voorspelling icoontjes.
Standaard staat deze ingesteld op 2 hPa. Er moet dus een luchtdruk
verschil zijn van 2 hPa voordat er daadwerkelijk een weersverandering
wordt weergegeven. Deze waarde van 2 hPa kan worden aangepast in 3
hPa of 4 hPa.
• Druk toets "+" of "-" om de drempel in te stellen.
• Druk toets "SET" om de druk wijzigingsdrempel bij storm in te stellen. In
deze mode kan de drempel worden ingesteld wanneer er daadwerkelijk
een weersverandering betrekking tot een storm zal worden aangegeven
(weersicoon gaat knipperen). Standaard staat deze ingesteld op 4 hPa
per 3 uur. Er moet dus een luchtdrukverschil zijn van 4 hPa binnen 3 uur
voordat er daadwerkelijk een storm wordt weergegeven. Deze waarde van
4 hPa kan worden aangepast tussen 3 tot 5 hPa.
• Druk toets "+" of "-" om de storm drempel in te stellen.
• Druk toets "SET" om de weer iconen in te stellen.
• Druk toets "+" of "-" om te wisselen tussen de basis iconen.
• Druk toets "SET" om uit de programma modus te gaan of druk 30
seconden geen toets in.
Door de toets "+" of "-" langer dan 3 seconden in te drukken zullen de
waarden met grotere stappen wijzigen.
Weergave weersvoorspelling:
zonnig
half bewolkt
bewolkt
-6-