Montage
LET OP
‣
Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de grenswaarden uit de certificaten en
goedkeuringen worden aangehouden.
5.2
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemperatuurbere
ik
Beschermingsklasse
Vervuilingsgraad
Hoogte
5.3
Montage van de DIN-railbusconnector
Wanneer de DIN-railbusconnector wordt gebruikt voor de voedingsspanning, moet deze
op de DIN-rail worden geklikt VOORDAT het instrument wordt gemonteerd. Het is van
belang dat de module en de DIN-railbusconnector in de juiste richting zijn gemonteerd:
inklikvoet aan de onderkant en stekkerdeel links!
1.
1
Montage van de DIN-railbusconnector 17,5 mm (0,69 in)
5.4
Installeren van een DIN-rail instrument
Het instrument kan in elke positie (horizontaal of verticaal) worden geïnstalleerd op de DIN-
rail zonder afstand aan de zijkant tot naastgelegen instrumenten. Er is geen gereedschap
nodig voor de installatie. Gebruik van beugels (type "WEW 35/1" of gelijkwaardig) op de DIN-
rail wordt aanbevolen om het instrument te fixeren.
6
–20 ... 60 °C (–4 ... 140 °F)
IP 20
2
≤ 2 000 m (6 562 ft)
2.
Opslagtemperatuur
Overspanningscategorie
Luchtvochtigheid
3.
RNF22
–40 ... 80 °C (–40 ... 176 °F)
II
5 ... 95 % geen condensatie
A0040187
Endress+Hauser