7.8 Bepaling van de index voor het lichaamsgewicht (Body Mass Index)
Een voorwaarde voor het berekenen van de BMI factor is een bekende
lichaamslengte van bepaalde persoon. Het dient bekend te zijn.
• Een betrouwbare bepaling van de BMI index is enkel mogelijk voor de
lichaamslengte binnen het bereik tussen 100 cm en 200 cm en het gewicht
> 10 kg.
• Bij onrustige wegingen kan de aanduiding worden gestabiliseerd met de
functie "Hold".
7.8.1 Classificering van de waarde van de BMI factor
De classificatie van het gewicht voor volwassenen boven 18 jaar op grond van de
BMI factor conform WHO, 2000 EK IV en WHO 2004 (WHO - World Health
Organization – de Wereldgezondheidsorganisatie).
Categorie
Ondergewicht
Gewoon gewicht
Overgewicht
Voor-overgewicht
Overgewicht graad I
Overgewicht graad II
Overgewicht graad III
15
De weegschaal met de toets
De persoon in het midden van het weegplateau stellen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding "STABLE"
verschijnt.
De toets
drukken.
De laatst ingevoerde lichaamslengte verschijnt, de actieve
positie blinkt.
De lichaamslengte met de toetsen
De ingevoerde waarde met de toets
Vanaf dat moment staat de weegschaal in de BMI-modus,
het symbool "BMI" verschijnt, de aanduiding "kg" verdwijnt.
De aangeduide BMI waarde wordt afglelezen.
Terug naar de weegmodus met de toets
Het symbool "BMI" verdwijnt, de aanduiding "kg" verschijnt.
2
BMI (kg/m
< 18,5
18,5–24,9
> 25,0
25,0–29,9
30,0–34,9
35,0–39,9
> 40
)
Ziekterisico bij overgewicht
laag
gemiddeld
licht vergroot
vergroot
hoog
zeer hoog
aanzetten.
en
invoeren.
bevestigen.
.
KMA-TM-BA_IA-nl-1310