Aansluitingen
1 1 1 1 1 COMPUTER IN 1 / COMPONENT IN
De uitgang van een computer (RGB analoog) of een
videobron (Component of Scart RGB) met deze ingang
verbinden. Een optionele kabel is nodig voor het aansluiten
van een Component of 21p Scart RGB bron. (blz. 15, 17)
2 2 2 2 2 SERVICE POORT
Deze aansluiting wordt alleen gebruikt voor service aan
de projector.
3 3 3 3 3 KLANK IN
Het klank signaal van een videotoestel verbonden met 4
of 8 hier aansluiten. Een mono bron aan de L ingang
verbinden. (blz. 16)
4 4 4 4 4 VIDEO
Een composite videosignaal hier aansluiten. (blz. 16)
4 4 4 4 4 USB (serie B)
Met de USB poort van de computer verbinden wanneer
men gebruik wil maken van de afstandsbediening om
de computer te besturen. (PAGE u d, zie blz. 15)
* * * * *
RESET toets
Deze projector is uitgerust met een microprocessor. Onder bepaalde
omstandigheden kan het nodig zijn deze terug te initialiseren. De RESET
toets met een potlood indrukken, de projector gaat dan volledig uit en start
opnieuw. De RESET toets niet onnodig gebruiken.
6 6 6 6 6 KLANK IN COMPUTER / COMPONENT
Het klank signaal (stereo) van een computer of een compo-
nent signaal verbonden met 1 of 7 hier aansluiten.
(blz. 15, 17)
7 7 7 7 7 KLANK UIT (VARIABEL)
Een uitwendige versterker hier aansluiten. (blz. 15 ~ 17)
Deze uitgang voert de signalen aangesloten op de KLANK
Ingang 3 of 6.
8 8 8 8 8 S-VIDEO
Een S-VIDEO SIGNAAL hier aansluiten. (blz. 16)
9 9 9 9 9 COMPUTER IN/COMPONENT IN/MONITOR
Deze aansluiting is omschakelbaar als computer ingang,
component ingang, video ingang 21 pen scart RGB of als
monitor uitgang. Eerst deze aansluiting als monitor uit
configureren alvorens een monitor aan te sluiten. Een speciale
kabel (optie) is noodzakelijk om deze aansluting als Scart
RGB 21p of component ingang te gebruiken. (blz 15, 41) (Deze
uitgang geeft alleen signalen uit wanneer deze als monitor
uitgang geregeld is)
VOORBEREIDING
9