Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
DE SCHARNI-
ERENDE HEGGENSCHAAR IS
NIET GEÏSOLEERD TEGEN ELEK-
TRISCHE SCHOKKEN!
Het met de heggenschaar naderen of
aanraken van elektriciteitskabels kan
ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben. Houd de heggenschaar ten
minste 10 meter uit de buurt van elektric-
iteitskabels en takken die daarmee in
aanraking komen.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
■
Transporteer de scharnierende heg-
genschaar nooit met een draaiende
motor en laat deze niet draaiend
achter. Een draaiende motor kan bij
toeval versnellen waardoor het maai-
garnituur gaat slingeren.
■
Let erop dat de bladbescherming zich
op zijn plaats bevindt tijdens het trans-
port of opslag van de heggenschaar.
■
Zorg er altijd voor dat het maaigar-
nituur en alle handgrepen en bes-
chermkappen voor gebruik op correcte
wijze worden aangebracht en goed
vastzitten.
■
Controleer op defecte, ontbrekende
of onjuist aangebrachte onderdelen of
accessoires.
■
Werk nooit met gebarsten of kromget-
rokken maaigarnituur: vervang het
door een gerepareerd exemplaar en
let erop dat dit goed past.
■
Zorg ervoor dat er geen bevestigin-
gen ontbreken of loszitten en dat de
stopschakelaar en gashendel goed
werken.
■
Onderhoud de scharnierende heg-
genschaar altijd volgens deze gebrui-
ksaanwijzing en houd u aan het aan-
bevolen onderhoudsschema.
■
Onder geen beding mogen de
veiligheidsvoorzieningen van de
heggenschaar worden gewijzigd of
uitgeschakeld.
■
Zorg er altijd voor dat het werkgebied
vrij is van rommel en afval zodat u
stabiel staat.
■
Gebruik altijd originele onderdelen
en accessoires van Shindaiwa als u
reparaties of onderhoud uitvoert aan
deze machine.
Bij oneigenlijk of onjuist gebruik kan een
scharnierende heggenschaar ernstig licha-
melijk letsel aan de gebruiker of omstand-
ers veroorzaken. Om de kans op letsel te
beperken dient u te allen tijde de controle
over de machine te bewaren en tijdens het
gebruik alle veiligheidsmaatregelen in acht
te nemen. Laat deze machine nooit bedi-
enen door een onervaren persoon!
WAARSCHUWING!
■
Zorg altijd voor goede ventilatie bij
gebruik van de scharnierende heggen-
schaar. Uitlaatgassen kunnen ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Laat nooit de motor binnenshuis
draaien!
■
In de buurt van de heggenschaar zijn
roken en open vuur verboden. Stel
de heggenschaar niet bloot aan over-
matige hitte. De motorbrandstof is uit-
erst brandbaar en bij brand kan ernstig
lichamelijk letsel ontstaan of materiële
schade optreden.
■
Zorg ervoor dat de messen goed zijn
afgesteld voordat de scharnierende
heggenschaar wordt gebruikt (zie het
gedeelte "Messen afstellen" voor de
afstelprocedures van de messen).
Probeer de messen nooit af te stellen
als de motor draait!
■
Zorg ervoor dat de messen niets raken
als u de motor start.
■
Zorg er altijd voor dat u de machine op
een veilige wijze gebruikt, met name als
u op een trap of een ladder staat.
PAS OP!
■
Breng niet eigenhandig wijzigingen
aan de scharnierende heggenschaar
of de onderdelen ervan aan. Zorg
ervoor dat het maaigarnituur scherp
is en goed is afgesteld.
■
Laat nooit de motor onbelast draaien
met een hoog toerental. Dat kan de
motor beschadigen.
■
Bij transport van de heggenschaar
in een voertuig moet de machine
goed worden vastgezet om besch-
adiging en morsen van brandstof te
voorkomen.
WAARSCHUWING!
Breng niet eigenhandig
wijzigingen aan de scharnierende
heggenschaar of bijbehorende onder-
delen aan.
■
Stop de motor onmiddellijk met de
stopschakelaar als de machine plot-
seling begint te trillen of schudden.
■
Stop de motor altijd onmiddellijk en
controleer op beschadiging als u een
afwijkend voorwerp raakt of als de
machine verstrikt raakt. Gebruik de
machine niet als er onderdelen defect
of beschadigd zijn.
■
Let tijdens het snoeien op takken die
onder spanning staan en kunnen ter-
ugveren. Zorg ervoor dat u niet geraakt
wordt door een terugverende tak.
■
Als de messen zich tijdens het snijden
vastbijt, moet de motor onmiddellijk
worden gestopt. Duw de tak of stam uit
de weg om de messen vrij te maken.
■
Zet altijd de motor uit en laat deze
afkoelen voordat u brandstof bijvult.
Voorkom dat de tank overloopt en
veeg gemorste brandstof af.
■
Om de kans op brand te beperken
moeten de motor en uitlaatdemper vrij
worden gehouden van vuil, bladeren
en overtollig smeervet.
■
Zet altijd de motor uit en laat deze
afkoelen voordat u brandstof bijvult.
Voorkom dat de tank overloopt en
veeg gemorste brandstof af.
■
Plaats nooit ontvlambaar materiaal in
de buurt van de uitlaatdemper en laat
de motor nooit draaien zonder dat het
scherm van de vonkenvanger op zijn
plaats zit.
■
Houd de scharnierende heggen-
schaar zo schoon mogelijk. Verwi-
jder losse bladeren en takjes, modder
enzovoort.
3