Onderhoud en verzorging
Bougie controleren
1. Bougie
a: 0,6 - 0,7 mm
Riem verwisselen en aanpassen
1. Armbevestigingsbout
2. Spanschroef
1. Buisconnector
2. Bougiekap
3. Sluitring
4. Markeerpunt
2. Waterspoelbuis
1.
Verwijder het luchtfilterdeksel.
2.
Verwijder de bougiekap.
3.
Verwijder de bougie.
4.
De juiste bougie voor deze motor is NGK BPMR7A. De ont-
stekingsopening tussen de elektroden moet vóór gebruik
worden afgesteld op 0,65 mm (0,026 inch).
5.
Installeer de bougie. De juiste strakheid bij een koude motor
is 17 tot 19 N•m (170 tot 190 kgf•cm)
6.
Veel defecte bougies kunnen worden hersteld door de elek-
troden te vijlen of te schrapen tot op het blanke metaal, alle
afzettingen van de porseleinen isolatie rond de middenelek-
trode te reinigen en vervolgens opnieuw van de juiste spleet
te voorzien.
WAARSCHUWING
Brandstofdampen zijn uitermate ontvlambaar en kun-
nen brand en/of explosies veroorzaken. Controleer
nooit op een ontstekingsvonk door de bougie vlakbij
het bougiegat in de cilinder aan massa te leggen; dit zou
tot ernstig lichamelijk letsel kunnen leiden.
De riem aanpassen
Pas de riem aan als deze losraakt.
1.
Draai de 2 armbevestigingsbouten ongeveer 1 slag los.
2.
Draai de spanschroef zodat de ring in lijn is met de marke-
ring op het koppelingsdeksel.
3.
Draai de 2 armbevestigingsbouten vast. Opmerking: Draai
vast met een koppel van 23 tot 27 N•m (230 tot 270 kgf•cm)
De riem vervangen
Vervang de riem als deze erg versleten is.
(afpellen, verdraaien, sneden, barsten, enz.)
1.
Ontkoppel de waterspoelbuis van de buisconnector.
30