Voordat u een meting verricht
1. Batterijen plaatsen
1
Open het kapje van het batterijvak
aan de achterkant van de weegschaal.
2
Plaats de batterijen met de polen in de
juiste positie, zoals rechts en binnen
in het batterijvak aangegeven.
3
Sluit het kapje van het batterijvak.
Opmerking
• Plaats de weegschaal onmiddellijk na plaatsing van de batterijen op een harde, vlakke en effen vloer.
De weegschaal wordt automatisch gekalibreerd.
• Wanneer het symbool "
in het geheugen zijn opgeslagen blijven bewaard als de batterijen worden verwijderd.
• Verwijdering van gebruikte batterijen dient plaats te vinden overeenkomstig uw lokale regelgeving hiervoor.
2. Weegeenheid selecteren
1
Wanneer de weegschaal
is uitgeschakeld, drukt
u op de knop [SET]
(Instellen) om uw gewenste
weegeenheid te selecteren:
"kg", "lb" of "st".
Gewicht is standaard ingesteld op "kg".
De weegeenheid wordt
na 10 seconden opgeslagen.
De weegschaal schakelt na 3 seconden
automatisch uit.
7
" en "A1" wordt weergegeven, vervangt u alle 4 batterijen door nieuwe. Items die