De gegevensvelden configureren
Gegevens op een instrumentpagina kunnen op verschillende
manieren worden weergegeven, afhankelijk van de
instrumentpagina.
Selecteer
> Configureer gegevensvelden.
Grafiekgegevensvelden configureren
Op sommige instrumentpagina's worden grafiekgegevens
weergegeven. U kunt instellen welke gegevens in de grafieken
worden weergegeven.
1
Selecteer op de instrumentpagina
gegevensvelden.
2
Selecteer een optie:
• Als u de gegevens als cijfer wilt weergeven en niet als
grafiek, selecteert u Toon cijfer.
• Als u het type grafiekgegevens wilt wijzigen, selecteert u
Grafiekgegevens.
• Als u de weergaveduur van de grafiekgegevens wilt
instellen, selecteert u Duur van grafiek.
• Als u de schaal voor de waarden van de grafiekgegevens
wilt instellen, selecteert u Schaal van grafiek.
• Als u de grafiekschaal wilt herstellen naar de
standaardwaarden, selecteert u Herstel schaal.
De lay-out van instrumentpagina's wijzigen
OPMERKING: De lay-out van een instrumentpagina kan alleen
worden gewijzigd op pagina's waarop meerdere instrumenten
worden weergegeven.
U kunt de lay-out van instrumentpagina's wijzigen om maximaal
vier instrumenten uit een bepaalde categorie weer te geven.
1
Selecteer
> Wijzig pagina-indeling.
2
Selecteer het aantal instrumentpagina's dat u tegelijk wilt
weergeven.
3
Selecteer Wijzig om het instrument te wijzigen.
4
Selecteer een categorie.
5
Selecteer een instrument.
6
Selecteer zo nodig een gegevensstijl.
7
Selecteer OK.
Een instrumentpagina toevoegen
1
Selecteer
> Pagina's > Voeg pagina toe.
2
Selecteer een verzameling instrumentpagina's.
3
Selecteer
of
om de instrumentpagina's te doorlopen.
4
Selecteer een instrumentpagina die u wilt toevoegen.
5
Selecteer indien nodig Ja om meer instrumentpagina's toe te
voegen.
Instrumentpagina verwijderen
1
Selecteer
> Pagina's > Wis pagina.
2
Selecteer een pagina die u wilt verwijderen.
3
Selecteer Ja.
Volgorde van instrumentpagina's wijzigen
U kunt de volgorde van de instrumentpagina's wijzigen.
1
Selecteer
> Pagina's > Pagina's opnieuw sorteren.
2
Selecteer een instrumentpagina.
3
Selecteer
of
om de instrumentpagina naar boven of
beneden te verplaatsen in de volgorde.
4
Selecteer Selecteer om de instrumentpagina op de nieuwe
locatie in de volgorde te plaatsen.
2
> Configureer
Toestelconfiguratie
Systeeminstellingen
Selecteer
> Stel in > Systeem.
Eenheden: Hiermee wijzigt u de maateenheden.
Voorliggende koers: Hiermee stelt u de referentie in voor het
berekenen van de koers.
Zoemer: Hiermee stelt u in of en wanneer hoorbare signalen
worden gebruikt.
Automatisch inschakelen: Hiermee schakelt u het toestel
automatisch in als het NMEA 2000 netwerk ook wordt
ingeschakeld.
Taal: Hiermee stelt u taal van de tekst op het scherm in.
Bedieningsmodus: Hiermee stelt u modus in op normaal of
winkeldemo.
Brandstofcapaciteit: Hiermee stelt u de maximale
brandstofcapaciteit voor uw boot in.
Tijd: Hiermee stelt u de tijdweergave, tijdzone en zomertijd voor
uw locatie in.
Snelheidsbronnen: Hiermee stelt u de snelheidsbronnen in
voor brandstofverbruik en wind.
Systeeminformatie: Weergave van software-informatie.
Fabrieksinstellingen: Hiermee herstelt u het toestel naar de
fabrieksinstellingen.
Het type koers selecteren
1
Selecteer
> Stel in > Systeem > Voorliggende koers.
2
Selecteer een optie:
• Als u de magnetische afwijking voor uw GPS-positie
automatisch wilt instellen, selecteert u Auto-magnetisch.
• Als u het ware noorden als koersreferentie wilt instellen,
selecteert u Waar.
• Als u een waarde voor de magnetische afwijking wilt
instellen, selecteert u Gebruiker magnetisch.
De zoemer configureren
1
Selecteer
> Stel in > Systeem > Zoemer.
2
Selecteer een optie:
• Als u de zoemer wilt uitschakelen, selecteert u Uit.
• Als u de zoemer alleen wilt laten afgaan bij alarmen,
selecteert u Alleen alarmen.
• Als u de zoemer wilt laten afgaan bij het indrukken van
knoppen en bij alarmen, selecteert u Aan (knoppen en
alarmen).
Pop-ups inschakelen
OPMERKING: U kunt de weergavetijd voor pop-upvensters
instellen tussen 1 en 10 seconden.
Pop-ups informeren u wanneer de motortrim en trimtabs met
een bepaalde drempelwaarde zijn gewijzigd.
1
Selecteer
> Stel in > Pop-ups.
2
Selecteer een pop-up.
3
Selecteer de weergavetijd voor een pop-up.
Metergrenzen aanpassen
U kunt de onder- en bovenlimiet en het bereik van de
standaardwerking van een meter instellen. Als een waarde het
standaardbereik overschrijdt, wordt de meter rood.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle
meters.
1
Selecteer
> Stel in > Grenzen meter instellen .
2
Selecteer een meter.
Toestelconfiguratie