1 Veiligheid
▶ Informeer de gebruiker over de functie en
de positie van de veiligheidsinrichtingen.
▶ Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
1.3.5 Levensgevaar door een elektrische
schok
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
Voor u aan het product werkt:
▶ Schakel het product spanningvrij door
alle stroomvoorzieningen uit te schake-
len (elektrische scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactopening, bijv. zeke-
ring of vermogensveiligheidsschakelaar).
▶ Beveilig tegen herinschakelen.
▶ Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.
▶ Controleer op spanningvrijheid.
1.3.6 Verbrandingsgevaar door hete
componenten
▶ Voer werkzaamheden aan deze onderde-
len pas uit als deze zijn afgekoeld.
1.3.7 Kans op materiële schade door
ongeschikt gereedschap
▶ Om schroefverbindingen vast te draaien of
te lossen, dient u geschikt gereedschap te
gebruiken.
1.3.8 Materiële schade door elektrische
potentiaal in het water
Als u in de boiler een verwarmingsstaaf ge-
bruikt, dan kan zich wegens de voorhanden
vreemde spanning een elektrische potentiaal
in het water opbouwen, dat elektrochemische
corrosie aan de verwarmingsstaaf kan ver-
oorzaken.
▶ Zorg ervoor dat zowel de warmwaterbui-
zen alsook de koudwaterbuizen onmid-
dellijk aan de boiler via een aardingskabel
aan de aardingsleiding aangesloten zijn.
▶ Zorg er bovendien voor dat via de aar-
dingsklem ook de verwarmingsstaaf aan
de aardingsleiding aangesloten is.
4
1.3.9 Materiële schade door ondichtheden
▶ Zorg ervoor dat aan de aansluitleidingen
geen mechanische spanningen ontstaan.
▶ Hang geen lasten aan de buizen (bijv. kle-
ding).
1.3.10 Materiële schade door te hard water
Te hard water kan de goede werking van het
systeem in gevaar brengen en in korte tijd tot
schade leiden.
▶ Informeer bij de plaatselijke watermaat-
schappij naar de hardheidsgraad van het
water.
▶ Richt u bij de beslissing of het gebruikte
water onthard moet worden volgens de
richtlijn VDI 2035.
▶ Lees in de installatie- en onderhoudshand-
leidingen van de toestellen, waaruit het
systeem bestaat, welke kwaliteiten het ge-
bruikte water moet hebben.
1.3.11 Verwondingsgevaar
Telkens bij het opwarmen van het warm wa-
ter in de boiler vergroot het watervolume.
▶ Installeer in de warmwaterleiding een vei-
ligheidsklep.
▶ Installeer een uitblaasleiding.
▶ Leid de uitblaasleiding naar een geschikt
afvoerpunt.
1.3.12 Kans op verbrandingen
De uitstroomtemperatuur bij de aftappunten
kan tot 85°C bedragen.
▶ Monteer een thermostaatmengklep voor
de begrenzing van de uitstroomtempera-
tuur aan de aftappunten.
1.4
Voorschriften (richtlijnen, wetten,
normen)
▶ Neem de nationale voorschriften, normen,
richtlijnen en wetten in acht.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020213646_01