Koppel het elektronische meetapparaat na het balanceren los en
zet de afsluiters weer in de normale werkingsstand. Voer hiertoe de
volgende stappen uit:
10) Sluit het ventiel met de knop en verwijder de sensor door de
ringvergrendeling en de afdichtring te verwijderen.
11) Plaats de dop terug en
draai hem vast met de
bijbehorende afdichtring
en de vergrendeling.
Herhaal deze stappen voor alle circuits.
De
sensoren,
het
elektronische
bedieningshendel worden alleen gebruikt voor de inbedrijfstelling. De
installateur heeft slechts één kit nodig om werkzaamheden aan alle
installaties van dit type te kunnen uitvoeren. Dit levert een aanzienlijke
kostenbesparing op en voorkomt onnodige drukverliezen in het
systeem door de aanwezigheid van een obstakel in de stroom.
13) Breng na het balanceren
van
het
systeem
de
isolatieschaal aan en zorg
ervoor dat de schaal correct
gesloten is.
12) Open de afsluiter weer
met de knop.
meetapparaat
en
de
Strangregelventiel – Serie 112
Het debiet kan op de volgende wijze worden geregeld:
1) Geef door middel van de
indicator (1) het
referentiedebiet aan waarop
het strangregelventiel moet
worden ingeregeld.
3) Houd de afsluitklep open en stel het debiet op de regelstang
van de afsluiter (4) af met een vaste zeskantsleutel van 9 mm.
Het debiet wordt aangegeven door een metalen kogel (5) die
in een doorzichtige geleider (6) loopt waarnaast een
schaalverdeling in m
4) Laat de ring (2) van de afsluiter van de debietmeter na het
balanceren los. De afsluiter springt dankzij een binnenveer
automatisch terug in de gesloten stand.
5) Breng na het balanceren
van
het
systeem
isolatieschaal aan en zorg
ervoor dat de schaal correct
gesloten is.
13
2) Open door middel van de
ring (2) de afsluitklep die
onder normale
werkingscondities de
vloeistofstroom in de
debietmeter (3)
onderbreekt.
/h is aangegeven.
3
de