Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding en technische handleiding
3. Druk binnen 15 seconden op
4. Druk één keer op
5. Druk de OMHOOG en OMLAAG toets exact gelijkertijd (
weergegeven.
6. Om een parameter te veranderen, druk op de
7. Druk één keer op SET en binnen 2 seconden op de
temperatuurverandering te wijzigen. Druk opnieuw op SET.
Bijvoorbeeld: Het display toont 50°C maar de externe temperatuur controller toont 47°C. Het
verschil is -3°C, om dit verschil te compenseren drukt u op de OMLAAG toets (Sla de nieuw
gecalibreerde waarde op door de OMHOOG en OMLAAG toets tegelijkertijd in te drukken (u
hoort één toon, als dit niet is gelukt, herhaal de handeling) en houd de toetsen voor 5
seconden ingedrukt totdat de indicator de actuele temperatuur toont.)
8. Zet de stroom UIT en AAN om de nieuwe waarden in te stellen.
9. Meet de temperatuur opnieuw en controleer of T1 dezelfde temperatuur aangeeft als het
externe controle apparaat.
8.2.2
OVERTEMPERATUUR
INFORMATIE OVER TEMPERATUUR METING EN CALIBRATIE
De temperatuur sensor T2 is een capillaire thermostaat. In de Kanmed warmtekasten is de
maximale afwijking 4°C. Bij oplevering is T2, 2°C hoger ingesteld dan de maximale waarde van T1
(42°C of 50°C). De activering van T2 kan worden geconstateerd door een duidelijk klikgeluid en de
rode overtempertuur lamp zal daarbij oplichten. De hieronder beschreven procedure is een
eenvoudige methode om te controleren of aanpassen van T2 noodzakelijk is.
PROCEDURE
1. Check eerst de temperatuur regulatie als beschreven in paragraaf 8.2.1 hierboven. Zet de
regulator T1 op de maximale instelling (42°C of 50°C )
Bij een koude warmtekast, eerst tenminste 12 uur op laten warmen, alvorens meting en
calibratie uit te voeren. Controleer of de warmtekast opwarmt op de maximaal ingestelde
temperatuur.
2. Stel de temperatuur bij door de schroef T2 bij te stellen (u vindt deze in de opening aan de
onderkant van de warmtekast). Draai de schroef met de klok mee volledig rond (+). Draai
nu tegen de klok in terug om te activeren (u hoort een klikgeluid), draai nu opnieuw met
de klok mee voorbij het activering punt in kleine stappen (u hoort een nieuw klikgeluid).
3. Controleer dat u de overtemperatuur indicatie niet activeert als u de warmtekast onder
normale condities gebruikt (indien T1 ingesteld op 42°C of 50°C ) Indien dit gebeurd moet
u bovenstaande stappen herhalen en de instelling van het T2 activering punt een fractie
hoger instellen.
8.3
PROBLEMEN OPLOSSEN
Indien de warmtekast niet opstart, dient u de volgende mogelijkheden te controleren:
Is het netsnoer goed aangesloten?
•
Staat er stroom op het stopcontact?
•
Zijn de weerstanden in de warmtekast in orde?
•
Druk de schakelaar AAN (Als de stroom in orde is, verschijnt er een groen licht)
•
Draait de fan rond? Deze zou moeten opstarten zodra de schakelaar aangezet wordt. Indien de
•
fan niet opstart, een vreemd geluid maakt of te langzaam draait zal deze moeten worden
vervangen.
Wordt het verwarmingselement te warm? Het verwarmingselement heeft een zelf herstart
•
procedure bij een over temperatuur beveiliging (85°C) en twee 1000W verwarmingsspiralen.
Alleen één van deze 1000W verwarmingspiralen wordt gebruikt. Indien deze niet functioneert,
zal de tweede spiraal het overnemen. Als de temperatuur beveiliging regelmatig dit element
uitschakelt, is er niet genoeg luchtverplaatsing langs dit element.
Controleer de fan en lucht inlaat openingen onder het verwarmingselement of deze niet dicht
•
zitten of geblokkeerd zijn.
Let op: Alle controles waarbij het noodzakelijk is het verwarmingscompartiment te
openen moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd technicus.
totdat -19 wordt weergegeven.
.
Pagina 8 van 12
en
) totdat "SP1" wordt
of
toets tot parameter "CA1" is bereikt.
of
toets om de geconstateerde
Advertenties
Inhoudsopgave
