Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding en technische handleiding
8. Onderhoud en problemen oplossen
8.1
SCHOONMAKEN
Het systeem kan met normale schoonmaakmiddelen worden gereinigd. Indien besmetting van
hepatitis dan wel HIV wordt verondersteld, maak dan gebruik van sterkere desinfectantia.
8.2
TEMPERATUUR CONTROLE/CALIBRATIE
Dit dient elk jaar door een gekwalificeerde technicus te gebeuren.
ALGEMENE INFORMATIE
Netsnoer: Controleer de integriteit van het netsnoer en verzeker u van een goede geaarde
aansluiting.
De bedrijfstemperatuur wordt geregeld door de temperatuur regelaar T1 en overtemperatuur
beveiliging door capillaire thermostaat T2. Bij het controleren van de kalibratie van T1 en T2, is
hun waarde vergeleken met de waarde van precisie thermometer met een luchtsensor. De sensor
T2 kan worden geplaatst door een gat in de bodem van het verwarmingcompartiment. Plaats de
sensor van de precisie thermometer in het midden van de kast. Laat deze minstens 3 uur zitten
voor een goede opwarming.
.
8.2.1
TEMPERATUUR REGULATIE
INFORMATIE OVER TEMPERATUUR METING EN CALIBRATIE
T1 is een door stroom aangedreven microprocessor temperatuur regulator/indicator, welke een
resolutie heeft van 1°C.
Correcties kunnen worden gedaan door een serie van knopbediening op de regulator zoals
hieronder beschreven.
PROCEDURE
Plaats de externe controle sensor zoals beschreven in ALGEMENE INFORAMTIE hierboven.
Start het verwarmen en wacht totdat de temperatuur stabiel is (tenminste 12 uur). Vergelijk de
externe controle thermometer met de instelde temperatuur en als de deviatie groter is dan +/-1°C
handel als volgt:
Oude regulator type (700-0659)
1. Druk de OMHOOG en OMLAAG toets tegelijkertijd in (u hoort één toon, als dit niet is gelukt,
herhaal de handeling) en houd de toetsen voor 5 seconden ingedrukt totdat de indicator
"PA" in het display weergeeft.
2. Druk één keer op de OMHOOG toets, het display geeft ┌┘1 weer, ( parameter voor
calibratie van de sensoren)
3. Druk één keer op SET en binnen 2 seconden op OMHOOG of OMLAAG om het gegeven
temperatuurverschil te compenseren, één maal drukken geeft een verandering van 1°C.
Bijvoorbeeld: Het display toont 42°C maar de externe temperatuur controller toont 39°C.
Het verschil is -3°C, om dit verschil te compenseren drukt u drie maal op de OMLAAG toets
(de eerder getoonde temperatuur 3 graden dalen)
4. Sla de nieuw gecalibreerde waarde op door de OMHOOG en OMLAAG toets tegelijkertijd in
te drukken (u hoort één toon, als dit niet is gelukt, herhaal de handeling) en houd de
toetsen voor 5 seconden ingedrukt totdat de indicator de actuele temperatuur toont.
5. Meet de temperatuur opnieuw en controleer of T1 dezelfde temperatuur aangeeft als het
externe controle apparaat.
Regulator type No 700-0821
1. Druk de OMHOOG en OMLAAG toets exact gelijkertijd in (
niet is gelukt, herhaal de handeling) en houd de toetsen voor 5 seconden ingedrukt totdat de
indicator "PA" in het display weergeeft.
2. Druk één keer op
.
Pagina 7 van 12
en
) (u hoort één toon, als dit
Advertenties
Inhoudsopgave
