Handleiding
1. Markering
Thin-client-eenheid
TCU1100-J1-*
PC
PCU1100-J1-*
ATEX:
ATEX-identificatie:
1
II 2G Ex eb q [ib] IIC T4 IP66 Gb
1
II 2D Ex tb [ib] IIIC T85°C IP66 Db
IECEx:
IECEx-identificatie:
Ex eb q [ib] IIC T4 IP66 Gb
Ex tb [ib] IIIC T85°C IP66 Db
Thin-client-eenheid
TCU1200-J2-*
PC
PCU1200-J2-*
ATEX:
ATEX-identificatie:
II 3G Ex ec [ib] IIC T4 IP66 Gc
1
1
II 3D Ex tc [ib] IIIC T85°C IP66 Dc
IECEx:
IECEx-identificatie:
Ex ec [ib] IIC T4 IP66 Gc
Ex tc [ib] IIIC T85°C IP66 Dc
Voor details over het daadwerkelijk toegepaste beschermingstype
raadpleegt u het naamplaatje van het apparaat.
Raadpleeg de bijbehorende technische gegevens van de gemonteerde
componenten voor het daadwerkelijke beschermingstype of mogelijke
beperkingen.
De met een * gemarkeerde letters van de typecode zijn plaatshouders
voor versies van het apparaat.
Pepperl+Fuchs Groep
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Duitsland
Internet: www.pepperl-fuchs.com
2. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperators.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
3. Verwijzing naar verdere documentatie
Voor bepaalde processen en instructies in deze handleiding zijn speciale
voorschriften vereist om de veiligheid van het bedieningspersoneel te
waarborgen.
Neem wetten, normen en richtlijnen die betrekking hebben op het bedoeld
gebruik en de gebruikslocatie in acht. Neem richtlijn 1999/92/EC met
betrekking tot explosiegevaarlijke omgevingen in acht.
Neem wetten, normen en richtlijnen die betrekking hebben op het bedoeld
gebruik en de gebruikslocatie in acht.
De bijbehorende gegevensbladen, handleidingen,
conformiteitsverklaringen, EU-typecertificaten, certificeringen en control
drawings (indien van toepassing, zie gegevensblad) maken onderdeel uit
van dit document. Deze informatie vindt u op www.pepperl-fuchs.com.
Raadpleeg het relevante EU-typecertificaat voor de samenhang tussen
het aangesloten circuittype, de maximaal toegestane
omgevingstemperatuur, de temperatuurklasse en de effectieve binnenste
reactantie.
Scan de QR-code op het apparaat voor specifieke apparaatinformatie
zoals het jaar waarin het apparaat is gebouwd. U kunt ook het
serienummer zoeken op www.pepperl-fuchs.com.
Vanwege doorlopende aanpassingen verandert de documentatie
voortdurend. Raadpleeg alleen de meest recente versie op www.pepperl-
fuchs.com.
4. Bedoeld gebruik
De Thin Client Units TCU1*00-* en PC-eenheden PCU1*00-* worden als
explosiebeveiligd apparaat gebruikt voor het regelen, bedienen en
visualiseren van productieprocessen in explosiegevaarlijke omgevingen
van zone 1 en 2, ontstekingsgroep IIC, zone 21 en zone 22 voor stofgroep
IIIC, volgens typetoewijzing op basis van typecode.
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze handleiding zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
DOCT-4908A / 2022-06
Het apparaat mag alleen worden gebruikt in combinatie met de volgende
apparaten:
Displayeenheid DPU1100-J1-*****-**-**-X volgens ATEX-certificaat
l
BVS 16 ATEX E 083 X
Displayeenheid DPU1200-J2-*****-**-**-X volgens ATEX-certificaat
l
BVS 16 ATEX E 082 X
Optioneel kan het apparaat worden gebruikt in combinatie met de
PSU1*00-*-voeding.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Zie de bijbehorende documentatie voor het bedoeld gebruik van de
aangesloten apparaten.
Zie de bijbehorende documentatie voor het bedoeld gebruik van de
geïnstalleerde apparaten.
Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke
omgeving.
Bij apparaten waarvoor specifieke voorwaarden gelden, staat achter het
certificaatnummer een X markering.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
Het apparaat is niet geschikt om intrinsiek veilige circuits te scheiden van
niet-intrinsiek veilige circuits.
6. Montage en installatie
Voorafgaand aan de montage, installatie en ingebruikname van het
apparaat moet u het apparaat leren kennen en de gebruikshandleiding
zorgvuldig doorlezen.
Gebruik alleen accessoires die zijn gespecificeerd door de fabrikant.
Gebruik slechts een ingangspoort per opening.
Gebruik slechts één geleider per klem.
Pas de dichting van de wartel aan op de diameter van de gebruikte kabels
en ingangspoorten.
Monteer de kabels en wartels conform IEC/EN 61241-0.
Zorg ervoor dat alle wartels in goede staat verkeren en goed zijn
vastgemaakt.
Gebruik alleen wartels die het juiste temperatuurbereik hebben voor de
toepassing.
Beschadig de beluchtingsplug niet.
Dek de beluchtingsplug niet af.
Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Let op de volgende punten bij het installeren van kabels en
ingangspoorten:
Monteer de kabels en ingangspoorten zo dat ze beschermd worden tegen
ultraviolet licht.
Monteer kabels en wartels zo dat ze niet worden blootgesteld aan
mechanische gevaren.
De diëlektrische spanning van de isolatie moet minstens 500 V zijn
conform IEC/EN 60079-14.
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Houd rekening met de isolatiestriplengte.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen te krimpen en deze
op de uiteinden van de geleider te plaatsen.
Let op de minimale buigradius van de geleiders.
De nominale kerndoorsnede van een aangesloten geleider is 2,5 mm
(vast, fijngewoven en gewoven).
Ongebruikte kabels en ingangspoorten moeten worden verbonden met
klemmen of goed worden vastgezet en worden geïsoleerd.
Neem bij het aansluiten van intrinsiek veilige toestellen met intrinsiek
veilige circuits van een geassocieerd apparaat de maximale piekwaarden
met betrekking tot explosiebeveiliging in acht (verificatie van intrinsieke
veiligheid). Neem de normen IEC/EN 60079-14 of IEC/EN 60079-25 in
acht.
Sluit alleen een apparaat aan dat voldoet aan IEC/EN 60950-1 en dat is
ontwikkeld als een systeem met extra lage veiligheidslaagspanning
(SELV).
Sluit het apparaat aan op een elektrische voeding die voldoet aan de
vereisten voor extra lage veiligheidsspanning (SELV) of beveiligde extra
lage veiligheidsspanning (PELV).
Zorg ervoor dat alle bevestigingsmaterialen aanwezig zijn.
Neem de aanhaalmomenten van de schroeven in acht.
Voor intrinsiek veilige circuits moet de diëlektrische spanning van de
isolatie minimaal 500 V bedragen ten opzichte van andere intrinsiek
veilige circuits en de afscherming, conform IEC/EN 60079-14.
De onderdelen van de metalen behuizing zijn gecoat. Als u een
geleidende aansluiting nodig hebt, omzeilt u deze coating op een correcte
manier.
Er staan veiligheidsmarkeringen op het meegeleverde naamplaatje. Zorg
ervoor dat het naamplaatje aanwezig en leesbaar is. Houd rekening met
de omgevingsomstandigheden.
1 / 2
2