Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beperkte Verbranding; Optimaal Stoken - Heta Scan-Line 500 Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Luchttoevoer
De luchttoevoer voor het aanmaken
(startlucht) wordt geopend door het
schuif voor de startlucht regeling zo ver
mogelijk naar de rechterzijde (van voren
gezien) van de kachel te duwen,
zie fig. 3. De startluchttoevoer wordt
gesloten door het handvat zo ver moge-
lijk naar links te duwen (van voren ge-
zien), zie fig. 4.
Open
Fig. 3
aanmaken
Om de kachel aan te maken legt u
aanmaakblokjes, paraffinebuideltjes of
aanmaakhoutjes op het bodemrooster
van de kachel. Bovenop het aanmaak-
materiaal plaatst u vervolgens grotere
stukken hout, haaks op de stookope-
ning. Open de secundaire luchttoevoer
geheel en zet de deur van de kachel op
een kier van ca. 1 cm. Als het vuur goed
brandt en de schoorsteen warm is (na
ca. 10 min.) sluit u de kacheldeur.
Het is aan te bevelen de eerste hoeveel-
heid hout te laten opbranden met de
secundaire luchttoevoer geheel open,
om de kachel en de schoorsteen grondig
warm te stoken.
Bijvullen
Normaal bijvullen dient te gebeuren
terwijl er nog een flinke gloeilaag ligt.
Verdeel de gloeilaag over de bodem van
de kachel en plaats er houtblokken (max.
1 kg.) op, haaks op de kacheldeur. Sluit
de deur van de kachel en zorg evt. voor
enige startluchttoevoer. Het hout zal bin-
nen korte tijd vlam
vatten (1/2 - 1 minuut). Als het vuur
regelmatig brandt sluit u de startlucht-
toevoer. Regel hierna de secundaire
lucht tot het gewenste niveau. Nominaal
Gesloten
Fig. 4
stoken (5 kW) komt overeen met een
secundaire luchttoevoer van 100 %. Zorg
er bij het bijvullen voor dat het hout niet
te dicht opéén gepakt wordt, daar dit een
slechte verbranding zal geven, en daar-
door minder rendement. NB: de start-
luchttoevoer moet tijdens het normaal
stoken van de kachel gesloten zijn, om
oververhitting te voorkomen. Gebruik de
functie alleen totdat het vuur regelmatig
brandt.

Beperkte verbranding

De kachel is geschikt voor periodiek
gebruik. Als u minder krachtig wilt sto-
ken kunt u minder hout bijvullen en de
hoeveelheid verbrandingslucht reduce-
ren. De secundaire luchttoevoer mag
evenwel nooit geheel gesloten worden
tijdens het stoken. Het gaat erom de
gloeilaag te handhaven: minder sterke
warmte ontstaat als het hout is uitge-
brand, d.w.z. dat er niet langer vlammen
te zien zijn, maar alleen nog gloeiende
kooltjes.

Optimaal stoken

Om een optimale verbranding en het
hoogst mogelijke rendement te bereiken
is het belangrijk dat u de luchttoevoer op
de juiste manier regelt. De hoofdregel is
dat het vuur met de secundaire luchttoe-
voer geregeld wordt, om de rookgassen
te verbranden. Dit geeft een hoog rende-
ment en de ruit blijft vrij van roetvorming,
omdat de secundaire lucht er overheen
'spoelt'. Let erop dat de kachel uiteraard
sterk zal gaan roeten als de toevoerven-
tielen voor zowel startlucht als secun-
daire lucht volledig gesloten worden.
Als er niet genoeg zuurstof bij het vuur
komt kan roetvorming optreden op de
kachelruit en overige delen. Een combi-
natie van het bovengenoemde met het
gebruik van vochtig hout kan resulteren
in een dermate krachtige en kleverige
roetafzetting dat de pakking (het 'snoer')
in de kacheldeur losscheurt als de kachel
de dag erna geopend wordt.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave