een smoorklep in het rookkanaal wordt
gemonteerd mag de resterende opening
niet kleiner zijn dan 20 cm
regels dit toestaan kunnen er twee
dichte kachels op dezelfde schoorsteen
worden aangesloten. Let echter op de
lokale eisen m.b.t. de afstand tussen
de twee aansluitingen. een houtkachel
mag nooit worden aan-gesloten op
een kanaal waar ook een gashaard
op aangesloten is. Effectief stoken stelt
hoge eisen aan de schoorsteen: laat een
schoorsteenveger de situatie beoorde-
len.
aansluiting op een gemet-selde
schoorsteen
De schoorsteenmof wordt ingemet-seld
en het rookgaskanaal hier doorheen
gevoerd. De mof en het kanaal
mogen zich niet in de eigenlijke schoor-
steenopening bevinden, maar slechts
tot de binnenkant ervan doorgevoerd
worden. De aansluitingen tussen metsel-
werk, schoorsteenmof en kanaal dienen
in een vuurvast materiaal (snoer) te
worden uitgevoerd.
aansluiting op een stalen scho-
orsteen
Bij directe aansluiting van een kachel
met bovenafvoer op een stalen schoor-
steen wordt aanbevolen de schoorsteen-
pijp in de uitlaat te monteren, zodat evt.
roet en condens in de kachel belanden.
Zie voor verandering van de rookgasaf-
voer van een boven- naar een achteraf-
voer fig. 13-20 op blz. 8.
Bij installaties waar de schoorsteen door
het plafond wordt gevoerd dient voldaan
te worden aan de lokaal geldende regels
m.b.t. afstand tot brandbaar materiaal.
De schoorsteen moet door de dakcon-
structie gedragen worden, zodat het
gewicht van de schoorsteen niet op
de topplaat van de kachel rust (dit kan
schade aan de kachel veroorzaken).
Trek in de schoorsteen
Onvoldoende trek kan tot gevolg heb-
ben dat er rook uit de kachel komt als
de deur wordt geopend. Voor dit type
kachel is de minimale schoorsteentrek
. Als de lokale
voor een voldoende verbranding 10 PA.
2
Er kan toch altijd enige rookvorming
optreden als de deur geopend wordt
tijdens krachtig stoken.
De rookgastemperatuur bij nominaal
effect is 270°C (referentietemperatuur
20°C). De rookgasmassastroom bedra-
agt 5,5 gram/sec. Trek ontstaat door de
combinatie van een hoge temperatuur
in de schoorsteen met relatief koude
buitenlucht. De lengte en isolatie van
de schoorsteen alsmede weer en wind
zijn medebepalend voor het kunnen
ontstaan van voldoende onderdruk in
de schoorsteen. Als de kachel lange tijd
niet gebruikt is, controleer dan eerst dat
de kachel en schoorsteen niet geblokke-
erd zijn (roet, vogelnestjes).
Verminderde trek kan ontstaan
door:
- een te klein temperatuurverschil,
- een te hoge buitentemperatuur, b.v.op
- windstilte
- te lage en/of te luw geplaatste
- valse trek in de schoorsteen
- verstopping in schoorsteen
- het huis is te tochtdicht (onvoldoende
- negatieve trek (slechte trek) bij een
Goede trek ontstaat bij:
- groot temperatuurverschil tussen
- helder weer
- stevige wind
- een juiste schoorsteenhoogte:
b.v. door slechte isolatie van de
schoorsteen
een warme zomerdag
schoorsteen
en/of rookkanaal
toevoer van verse lucht)
koude schoorsteen of - slechte
weersomstandigheden. Hiervoor is te
compenseren door meer lucht naar de
kachel te voeren dan gebruikelijk.
schoorsteen en buitenlucht
minstens vier meter boven de kachel
en vrij van de noklijn van het huis.
3